Briefwisseling J. Greshoff - A.A.M. Stols

242. J. Greshoff aan A.A.M. Stols, 22 november 1932

[Schaerbeek] 22 Nov. 1932

Beste Sander,

Zeer veel dank voor je brief en de boeken. De Otten¹ zal J.v.N. spoedigst bereiken. Schrijf Buning nog eens. Zijn adres is 6 Andrieszkade, dat weet je toch zeker. Ernest Michel is niet onbekend.² Ik hoop dat B. en St. slaagt Helikon in stand te houden Ik snak naar de nieuwe Chineezen v Slau.³ En ben zéér benieuwd naar de Jany.⁴

Ging alles maar als Janus, het eenige verkoopbare boekje van onderget. Eh dan nog alléén omdat het zoo fraai en zoo mooi is uitgegeven.

Ik begrijp niets van die Amerikaan.⁵ Als hij geen binder vindt is dat toch jouw schuld niet en behoef jij er toch niet onder te lijden! Ik hoop dat het in orde komt. Bob heeft zoo veel ontzettende moeilijkheden in zijn werk (procuratiehouder en reiziger die weggeloopen zijn en op eigen houtje begonnen) en is daar zoo van onder den indruk en heeft het daardoor zóó druk, dat er voor het oogenblik niet aan uitstapjes gedacht kan worden.

Jantje moet 3 maanden v school om wat aan te sterken. Hij is niet ziek, maar had geen reserves genoeg.

Thuis alles wel?

Vrijdag a.s. ga ik naar Amsterdam.

Sliva is bezig de Tsjechische expositie uìt de onbevoegde handen v V der Mandere te werken.⁶ Er is een kans dat het lukt

Heel veel liefs v Aty en Nini [+ en] de jongens voor jullie allen,

geheel je

Jan

1 De zwarte vogel .

2 Ernest Michel gaf met Henri Bruning en Ernst Voorhoeve het fascistische weekblad De Christophore uit. Hij was samen met hen van 1930 tot en met 1931 redacteur geweest van het jong-katholieke, sterk polemische tijdschrift De Paal. In het december-nummer van Forum zou eveneens een gedicht van hem worden opgenomen.

3 Yoeng poe tsjoeng en Het lente-eiland en andere verhalen.

4 A. Roland Holst, Tusschen vuur en maan.

5 Zie br.241 n.23.

6 Door bemiddeling van de Vereeniging Nederland-Tsjechoslowakije zou in maart 1933 te Praag een tentoonstelling worden gehouden van Nederlandse boekkunst. Het plan voor de tentoonstelling was van Milos Sliva. (Zie br.264 n.1.)
Wat de aard van de bemoeienis van de journalist en letterkundige Henri Charles Claude Jacob van der Mandere (1883-1959) met deze tentoonstelling was, is niet bekend.