Briefwisseling J. Greshoff - A.A.M. Stols

[p. 77]

107. J. Greshoff aan A.A.M. Stols, 20 februari 1924¹

20.2.24

Beste Zandre,

Heden, zoo juist, ontvang ik.... ja raad eens.... nou... wat dan.... je raad het nooit.... en wat[?] is waar.... het is werkelijk ongeloofelijk.... maar ik zweer je dat het wáár is.... echt wáár.... waarachtig waar.... je raait het in geen tienen... je zou het eigenlijk met eigen oogen moeten zien.... het is een phenomeen... een natuurverschijnsel.... een openbaring.... ja het betreft een van je uitgaven... maar je raad het toch nooit.... nu zal ik het maar zeggen... ik ontving... van.. nog één keer raden... weet je het niet.... ik ontving..... de voorrede voor de bundel Opstand en Wroeging door Albert Besnard van mr. J.C. Blöm!!!!² èn een áárdige voorrede.

Wat zeg je me daar van?

Je antwoordde mij niet omdrend de tocht over de Atl. Oceaan.³

Veel liefs

je

Jan

ik stuur hem je zoodra Albert⁴ 'm gelezen het.

1 Geschreven op briefpapier van De Witte Mier, Maandschrift voor de Vrienden van Boek en Prent, onder leiding van J. Greshoff. Uitgegeven door Boosten & Stols, Maastricht.

2 Albert Besnards Opstand en wroeging, dat begin 1925 bij Boosten & Stols te Maastricht zou verschijnen, was voorzien van een 3 ½ pagina's tellende voorrede door J.C. Bloem.
Op 20 februari had Bloem de inleiding aan Greshoff gestuurd; hij schreef bij die gelegenheid: ‘Ik vraag er geen 500 gulden voor, zooals je Walsche[sic] vrienden plegen, maar verbind aan 't publicaadje deze uitdrukkelijken voorwaarde: dat ik zelf proef krijg.’

3 Zie br.105 n.2.

4 Albert Besnard.