Briefwisseling J. Greshoff - A.A.M. Stols

106. J. Greshoff aan A.A.M. Stols, 19 februari 1924¹

[Arnhem] 19.2.24

Beste Alexander de Groote,

Je wou zei je laatst een prosp. W.M. in alle exx. van de Schatkamer en andere uitg. [+ van] B & S. leggen. Hierbij gaat de text. En een derg.[elijk] prosp. van de Schatkamer, om in je andere uitgaven te leggen geef ik ook hierbij. Op een papiertje als prosp. Vondel (kranten papier!)²

Wil je mij een groot genoegen doen?

Let goed op:

Zoodra die druk van de Mengelstoffen kompleet is, een ex. op Holl. papier, met ½ vel blanco vóór en een ½ vel blanco achter, ongebonden, dus in losse vellen van M. naar Brand laten sturen. Dat ex. daar laten binden.

Jij krijgt n.l., zegt JvKr, behoorlijke korting van die firma.

Ik vergoed je dan natuurlijk de onkosten.

Binden aldus:

In geheel leder liefst rood-bruin niger-marocco met titel op den rug en op het voorplat het merk van B. en S.

Het ex. moet afgesneden worden en aan 3 zijden (boven voor en onder[)], verguld op snede.

Verder zoo eenvoudig degelijk mogelijk gebonden (goed openliggen) dat b.v. het geheel een prijs van ƒ25. niet overschrij[:dt] dat kan wel.

zeg maar dat jij den auteur dat geb. moet aanbieden en dat ze een voordeelige conditie maken.

Boks dat nu eens fijn voor mij in elkaar.³

Heb je nog antw. van R.N.R. H. gehad?⁴

Zijn er wel pers-ex. van N^o 2 verzonden: ik las er niets over!

Zie hier het permanente lijstje (stuur [:er] een afschrift van naar Maastr.)

En nu brave, veel hart.gr.

van gansch je

Jan

1 Geschreven op briefpapier van J. Greshoff, Burg. Weertsstraat 45, Arnhem.

2 Van Vondels Aanleidinge ter Nederduitsche dichtkunste bestaat alleen een prospectus op geschept papier; van Vondels Het lof der zee-vaert bestaat zowel een prospectus op geschept papier als een op ‘gewoon’ papier; dit laatste is ons niet bekend, maar wellicht doelde Greshoff op dit prospectus. (Zie G.H. Pannekoek Jr., De herleving van de Nederlandsche boekdrukkunst sedert 1910, Maastricht 1925, p. 46.)
Een dergelijk prospectus voor De Witte Mier is niet bewaard gebleven; of het in de overige uitgaven van Stols en Boosten & Stols is gelegd, is onbekend.

3 In de veiling bij J.L. Beijers te Utrecht van 23 juni 1981, tijdens welke onder meer een deel van de bibliotheek van Greshoff werd geveild, werd als nr.319 het uit Greshoffs bezit afkomstige exemplaar op geschept papier van Mengelstoffen op het gebied der Fransche letterkunde verkocht. De omschrijving van de band luidde: ‘Bruin marokijn, goudfilet op platten, rug rijk verguld, verguld op snee’.
De boekbinderij J. Brandt & Zoon te Amsterdam stond sinds 1907 onder leiding van F.C. Proost, die zijn opleiding bij Douglas Cockerell te Londen had genoten en contact had met T.J. Cobden Sanderson en zijn Doves-Bindery te Hammersmith. Het handvergulden gebeurde bij Brandt door Proosts medewerker F. Fey. (Zie Twee eeuwen Brandt en Proost. Een bijdrage tot de geschiedenis van de boekbinderij, de uitgeverij van bijbels en kerkboeken en de papierhandel in Nederland, Amsterdam 1942, p. 178-179.)

4 Brieven van R.N. Roland Holst aan Stols zijn niet bewaard gebleven. Mogelijk doelde Greshoff op een reactie betreffende de bundeling van Walter van Diedenhovens artikelen voor De Schatkamer.