Briefwisseling J. Greshoff - A.A.M. Stols

37. J. Greshoff aan A.A.M. Stols, 1 oktober 1923¹

[Arnhem,] 1 Oct [19]23

Brave Sandor,

Mijn hartelijken dank voor je prachtig Lof.² Het is en gaaf mooi boek. Ik ben er oprecht blij mede.

Goed nieuws: Aart v d Leeuw schrijft in de Witte Mier over Angiolino, dat hij erg goed vindt.³

Ik was gisteren in Aia, omdat ik plotseling een zeer schitterende aanbieding kreeg als hoofdredacteur van een der grootste Indische dagbladen.⁴ Dewelke echter après tout afgeslagen, om tal van redenen, je mondeling nader uit een te zeggen.

Heb je de boeken van Nypels al!!!⁵

Je bent niet vlug met de pen, oude!

Mijne respecten en beste wenschen voor Mevr. Stols,

Hartelijke groeten aan je gastvrije familie,

geheel je

Jan

1 Geschreven op briefpapier van De Witte Mier, Maandschrift onder leiding van J. Greshoff. Uitgegeven bij Boosten & Stols te Maastricht.

2 Joost van den Vondel, Het lof der zee-vaert (1623) verscheen als vijfde uitgave van Trajectum ad Mosam. Het boekje werd onder leiding van Stols gedrukt op de pers van Boosten & Stols, in een oplage van 200 exemplaren. A.A.J. Stols tekende de titel en Henri Jonas maakte de houtsnede.

3 Over Van Schendel's Angiolino en de lente van Aart van der Leeuw zou worden opgenomen in De Witte Mier 1 (1924) 1 (15 januari), p. 14-16. Op 1 oktober had Van der Leeuw aan Greshoff geschreven: ‘Gelukgewenscht met de herleving van je gezellige tijdschrift. Heel graag wil ik een stukje over Angelino voor je schrijven [...].’

4 In 1923 kwam zowel de post van hoofdredacteur van het te Semarang verschijnende dagblad De Locomotief als die van het te Batavia verschijnende dagblad Nieuws van den Dag vrij. Op de eerste post werd W.G.N. de Keizer - die onder Greshoff redacteur van de Nieuwe Arnhemsche Courant was geweest - benoemd, op de tweede post E.J. van Lidth de Jeude. Mogelijk was een van beide posten Greshoff aangeboden.
Van De Locomotief zou hij later lange tijd medewerker zijn.

5 Het is niet duidelijk op welke uitgaven van Charles Nypels Greshoff doelde. In 1923 liet hij naast Goede Vrijdag van Jeremias de Decker twee uitgaven het licht zien: Paul G. Bauduin, Gedichten en La prophétie de Ioël. Volgens de bibliografie in de cat.tent. Charles Nypels, meesterdrukker, Maastricht (Gouvernement) 4 november-9 december 1986, nr.9 zou ook Frans Erens' Dansen en rhytmen in 1923 zijn verschenen; de Mededelingen van de Documentatiedienst van het Letterkundig Museum geven echter oktober 1924 als verschijningsdatum van deze uitgave.