Briefwisseling J. Greshoff - A.A.M. Stols

[p. 27]

36. J. Greshoff aan A.A.M. Stols, mogelijk september 1923¹,²

[Arnhem]

Braven Sander,

Ik ga morgen met dr. J de Vries naar den Belgiek

Op terugreis doe ik Breda aan³

Zeer waarschijnlijk Zondag of Maandag na 6 uur n.m. om UEd te zien.

Hierbij drie briefk. toevallig gevonden

Wellicht iets voor een curiositeitenverzamelaar als UEd.

In dien tijd, P.N.v E. in Apeldo[orn] logeerende, is zijne toetreding tot de Zilverdistel tot stand gekomen.⁴

Wat denkt gij van de Bibliotheekgids??!??? zie n.r.c. zaterdagavond.⁵

Zoo gij mij nog iets te melden [+ hebt]

p/a J.v.N.

Berkendaelstr. 16

Uckel Br -

Veel liefs van Atie

geheel je

Jan

1 De brief dateert vermoedelijk uit augustus-september, omdat in deze periode Stols te Breda was gelegerd. (Vgl. br.26 n.1.)

2 Geschreven op briefpapier met alleen adresaanduiding Burgemeester Weertsstraat 45, Arnhem.

3 Niet achterhaald is of Greshoff Stols in Breda heeft bezocht.

4 Vóór het eerste deel in de door Greshoff en J.C. Bloem eind 1909 of begin 1910 opgerichte reeks De Zilverdistel verschenen was, had zich bij hen P.N. van Eyck gevoegd. Diens bundel Worstelingen zou als eerste deel in de reeks verschijnen. Greshoffs moeder dreef, sinds de dood van zijn vader in 1900, een pension op het adres Bosweg 9 in Apeldoorn. (Vgl. over deze periode: J.C. Bloem, Het debuut, in Standpunte 4 (1949) 1, p. 8-12, m.n. p. 10-11.)
Welke de door Greshoff gestuurde briefkaarten waren, is niet meer na te gaan.

5 De Bibliotheekgids voor Nederland, Tijdschrift voor Letterkundige Kritiek en Bibliotheekwezen was in 1922 opgericht en werd uitgegeven door C.A. Mees te Santpoort. Naast boekaankondigingen uit binnen- en buitenland bevatte het tijdschrift artikelen door medewerkers als Albert Verwey, P.N. van Eyck, P. Geyl en J.C. Bloem. Bij de aflevering van 1 oktober van De Bibliotheekgids was een prospectus gevoegd, waarin voor nieuwe abonnees gratis alle nog tot 1 januari 1924 verschijnende nummers als premie werd geboden. Mogelijk zag Greshoff dit als een bedreiging voor het abonnee-aantal van De Witte Mier dat in januari 1924 voor de eerste maal zou verschijnen.