Verantwoording
De aforismen van Greshoff ontstonden als losse invallen. Ze werden in opschrijfboekjes e.d. genoteerd en later na herziening getypt. Uit dit vele materiaal stelde de auteur van tijd tot tijd een selectie samen als bijdrage in tijdschrift, week-of dagblad. In jaargangen van Het Vaderland, Vrij Nederland, De Gids, Maatstaf, De Vlaamse Gids, Nieuw Vlaams Tijdschrift, Standpunte en elders vinden we reeksen aforismen, vaak met enige onderlinge samenhang, doch niet altijd. Greshoff koos hiervoor originele, doch onderling zeer wel verwisselbare titels als: Zangzaad voor mussen, Meanders, Honderd redenen tot ruzie, Dooddoeners, Flores insomniae, Waar de lommerd geen geld op geeft, Vogelpik, Dit alles en een korrel zout, A prendre ou à laisser, etc.
In boekvorm verschenen, behalve Steenen voor brood (1939), dat naast aforistisch ook ander proza bevat, de volgende selecties van aforismen, die slechts gedeeltelijk in tijdschriften waren op genomen:
Op de valreep (1939) |
Mimosa pudica (1940) |
Kalender zonder dagen (1941) |
Bitterzoet (1943) |
Voor volwassenen (1945) |
Als los zand (1957) |
Toen in 1948 het Verzameld Werk uitkwam, waren de reeds verschenen aforismen, in geheel nieuwe rubricering, en vermeerderd met nog ongepubliceerde, tezamen met een aantal verhandelingen over poëzie, opgenomen in het deel Legkaart. Ook het deel Zwanen pesten bevatte enkele reeksen aforismen.
Voor de hier volgende bloemlezing viel, naar men begrijpen zal, aan een chronologische rangschikking niet te denken. In de eerste plaats was de chronologie ook in de vroeger gepubliceerde verzamelingen niet meer te vinden, in de tweede