2
Terugkerende tot de stelling van Mulder zou ik de poëtische werking van het woord niet in zijn straalkracht zoeken, maar, in navolging van Van Wyk Louw, in de innerlijke spanning tussen twee werelden. Het woord in een gedicht draagt een negatieve en een positieve, een aardse en een hemelse lading en tussen die polen ontstaat een spanning, die zich, zonder daardoor in heftigheid of duur te verminderen, mededeelt