Gabriel Smit.
Hoe stil was het...
Hoe stil was het voor ik geboren werd -
gij hebt lang naar mijn roepen geluisterd:
zoo staat in het bosch een klein, rank hert
met zijn kop omhoog als het duistert.
duizenden stemmen tusschen de boomen
roepen hem, maar de ééne goede
komt als de nacht is aangekomen
en de sterren zijn adem behoeden.
dan is het zeer stil en een ijle muziek
versluiert zijn groote oogen,
aan zijn flanken vlijt zich het warme lied
en hij slaapt, zuiver toegebogen.
het is zoo vredig, dat engelen hooren
hoe zijn bloed langzaam stroomt om het prille licht
van een ander leven, nog niet geboren,
en zij houden hun vleugels dicht -
... een ander leven, nog niet geboren...
zoo was ik in u - o, het vergezicht
in het land, dat nog niet mag toebehooren,
en het droomende spelen van wind en licht -
Uit: ‘Requiem in Memoriam Matris’.
A.A.M. Stols, Maastricht.