Kent uw dichters!(1932)–Jan Greshoff– Auteursrecht onbekend Vorige Volgende [pagina 132] [p. 132] Mien Proost. (H. Klomp). De onbekende soldaat. Hij slaapt. En de Groote Parade gaat over hem heen. Generaals en gezanten spreken, En laten hem nimmer alleen. Hij viel aan d'Aisne. Of was 't bij Verdun? Hij viel voorover, en was op slag dood. Zijn laatste wensch was een pijp en een krant, En ook nog eenmaal versch brood. Wie heeft hem gemist? Werd hij ergens bemind? Was er iemand aan wie hij veel dacht? Voor wie heeft hij al zijn medailles verdiend? En heeft hij gebeden op wacht? Zijn dag schoof voorbij; de zon was een kinderballon O, dat hij hier moest staan, en niet vluchten kon. Hij bleef op zijn post, een mof schoot hem dood. Hij viel languit, naast zijn geweer. Hij schreeuwde niet; hij sliep aanstonds. Hij was 20 jaar, ongeveer. Hij slaapt. En de Groote Parade gaat over hem heen. De generaal salueert, het ministertje zwetst, Nu is hij nooit meer alleen. Uit: ‘Het Middelbaar Onderwijs en andere Gedichten’. De Gemeenschap, Utrecht. Vorige Volgende