Kent uw dichters!(1932)–Jan Greshoff– Auteursrecht onbekend Vorige Volgende [pagina 78] [p. 78] H.W.J.M. Keuls. De jaren klimmen. De jaren klimmen, en het oog, dat staart Naar binnen, ziet de schaduwen vermeeren; Wat nog de ziel aan oud geluk bewaart, Verliest zich in het grootere ontberen. Doch om een enk'le vonk in mij gespaard Van 't vuur, dat eenmaal harten kon verteren, Zij deze dorheid en het troostloos keeren Der dagen als een doffe droom aanvaard. Vermoeide minnaars der onsterflijkheid, Die telkens, op een klank of naam bewogen, Het lichtend teeken wacht, dat u bevrijd', En zoekt verlangend naar verwante oogen; O gij, die duizendmaal al werdt bedrogen, En nog gelooven moet en wachtend zijt! Uit: ‘Om de Stilte’. Boosten en Stols, Maastricht. Vorige Volgende