Kent uw dichters!(1932)–Jan Greshoff– Auteursrecht onbekend Vorige Volgende [pagina 59] [p. 59] Geerten Gossaert. (F.C. Gerretson). Liberate nos, domine! De wind woei om het eenzaam huis In 't laatste avonduur; Toen lichtte een vreemde de klink der deur En zat bij 't open vuur. Ik dierf niet vragen wie hij was En hij gaf teeken noch taal; En ik noodde hem niet, maar hij zat aan Naast mij aan 't avondmaal. Mijn lippen trilden en in mijn hart Laayde hittige haat; Maar hij glimlachte en hief tot mij Zijn bitterschoon gelaat. En 'k sprak en zei: Ik kèn u niet! Wat, aan mijn haard, zoekt gij? Doch hij antwoordde niet, maar hief zijn hand, En brak het brood met mij. En ik herkende....; 's morgens vroeg Is hij weer heengegaan.... Maar 't laatste van dit bitter lied Zal God alleen verstaan. Uit: ‘Experimenten’. C.A.J. van Dishoeck, Bussum. Vorige Volgende