Kent uw dichters!(1932)–Jan Greshoff– Auteursrecht onbekend Vorige Volgende [pagina 60] [p. 60] Chr. de Graaff. Vervulling. Hoe kon zij 't hart zoo blindlings toevertrouwen En op een hand, die achteloos wou streelen, De teedre adel van haar handen vouwen, Maar in een glimlach al haar angst verhelen? Lag in zijn oogen niet de smaad te aanschouwen Dat hij haar willig vond als een der velen; Wat zocht hij anders dan zijn trots, naar vrouwen Neerbuigend om met eigen gloed te spelen? Hoe is dan plotseling tusschen hen beiden Die sidderende vreugd tot stand gekomen? Heeft hij haar lippen onverhoeds genomen, Gaven haar oogen hem een vrijgeleide, Of waren het de tranen, die zij schreide Om een vervulling, schooner dan haar droomen? Uit: ‘Alleenspraak’. De Gemeenschap, Utrecht. Vorige Volgende