H. de Bruin.
Uur van vertrouwen.
Werd ooit de kameraadschap zoo gerust,
met zoo naieve innigheid ervaren,
als eens, een avond toen we samen waren
in schemering? Was 't niet een onbewust
als uit een open zee wegdrijven naar een
stil water? Spelevaren op de kust
van Kinderland? Een vrij naar hartelust
opnieuw beleven onzer jongensjaren?
Ik weet dat, nu w'eens waarlijk opgeheven
boven de schijnvertooning en den schroom
uit één verlangen hebben saâm geleefd
in de vertrouwde sfeer van dezen droom,
wij d'overweging hebben prijsgegeven,
of ons diep hart voortaan geheimen heeft.
Uit: ‘Het Ingekimde Land’.
U. Mij. Holland, Amsterdam.