| |
| |
| |
Vierde hoofdstuk
Het natuurschoon, waarmee kinderachtig gesold wordt door de armen van geest die toch èrgens mee moeten dwepen, is natuurlijk als alle schoon, een fictie. Wij scheppen het ten eigen behoeve en niets belet ons het weer te vernietigen. Zoodra het landschap, waar mijn verbeelding zin en bekoring aan gaf, ophoudt mij te boeien zoodat ik er mij langzamerhand aan onttrek, begint het te verbleeken en te vervagen tot het mij geheel onverschillig geworden is en daarmede ophoudt te bestaan. Een verheven levenskunst schuilt hierin, dat men op den duur alle landschappen om zich heen tot nuttelooze achterdoeken terugbrengt.
| |
| |
Met de historische herinneringen, welke de schijngeleerden aan ieder stadshoekje verbinden, is het al niet beter gesteld en geen eerlijk man kan zich daar langer dan enkele oogenblikken aan verslingeren. Het ligt binnen ieders bereik een geschiedenis van Portugal te koopen. Die van Théodoric Legrand is bruikbaar en goedkoop. Daarmede gewapend kan het eerste het beste lid van de Nederlandsche Reisvereeniging zich de weelde veroorloven den geest van Pombal op te roepen, wanneer zijn autobus door Oeiras snelt. Te Coimbra krijgt hij dan volop gelegenheid een traan te plengen over het tragisch lot van Inês de Castro. En als hij in Alcobaça voor haar tombe staat, denkt hij, niet zonder poëtischen griezel, aan haar ontvleesde hand, welke de hovelingen tien jaar na haar verscheiden moesten kussen. En welke geweldige gebeurtenissen hebben zich niet op de Terreiro do Paço afgespeeld! Terwijl de toren van Belém oogenblikkelijk voor zijn geestesoog het schavot doet verschijnen, waarop 13 Fe- | |
| |
bruari 1759 de familie De Távora hartgrondig uitgeroeid werd.
Ik heb, door den titel verleid, ter plaatse een boekje gelezen, door Gabrielle Réval, een fameuze blauwkous, geschreven. Het heette ‘L'Enchantement du Portugal’. De oorden welke zij schildert heb ik bezocht, de toestanden waar zij het over heeft waargenomen. En daarbij is mij gebleken, hoe dit geprezen proza al heel weinig met de rustige werkelijkheid heeft uit te staan. Reisbeschrijvers van deze soort hebben als hoofddoel, zich zèlf belangrijk te maken door vooral duidelijk te doen uitkomen met hoeveel vreugde en eerbetoon zij ontvangen werden. Schrijvers, politici en gezanten stonden, bij wijze van spreken, van ongeduld trappelend op de kade om mevrouw Réval binnen te halen. Zelfs de president der republiek ontving haar in zijn buitenverblijf. Het spreekt dus vanzelf, dat al die heeren in haar oogen niet alleen vriendelijk en aangenaam, doch ook buitengewoon verdienstelijk zijn. De dictatuur in Portugal is natuurlijk een
| |
| |
ideaal-dictatuur en de heer Salazar een modeldictator. Het éénige wat ons bespaard blijft zijn de treinen, welke dank zij de krachtige maatregelen, de glorie van iedere hooge autoriteit uitmakend, voortaan op tijd komen; hetgeen, naar ieder weet, een toppunt van heerlijkheid beteekent, dat alle verdere ongemakken rechtvaardigt. De rondleidster bespaart ons ook de historische herinnering niet. Het is merkwaardig hoe ad rem deze vrouw in haar visioenen is. Wanneer ze argeloos in een straat loopt en men maakt haar op een bouwwerk attent, ziet zij daar plotseling en op bestelling een of anderen koning uit vroeger tijd binnenwandelen of zij ziet een feest of zij ziet een executie. Zij ziet ontzettend veel. De onschuldige lezer denkt dan ook dat het een zeer knappe vrouw moet zijn, daarbij over het hoofd ziende, dat een ieder deze geschiedkundige aanhalingen bij de hand heeft, wanneer hij zich Legrand aanschaft. En zelfs dàt is niet onontbeerlijk. Een eenvoudige Guide Bleu geeft
| |
| |
bijzonderheden uit het verleden te over om alle mogelijke en onmogelijke reisbeschrijvingen mee te doorspekken. Wat mevrouw Réval echter niet kent is datgene wat wij juist van haar verwachten: de kunst menschen en landschappen op te roepen en voor onzen geest te laten leven. Ze brengt het nooit verder dan vlakke mededeelingen. En rhetorische uitroepen zijn nog immer geen poëzie! In deze bladzijden heb ik dus al bitter weinig van Portugal teruggevonden. Het uitzicht op stad en land werd mij bedorven door de gestalte van een aanmatigende damemet-denkbeelden, die zich voortdurend op hinderlijke wijze tusschen mijn oog en de wereld plaatste.
Al zulke geletterdheid uit den Bijenkorf is op de naarste wijze leugenachtig. Een fatsoenlijk man kijkt uit zijn oogen en geniet of ergert zich, zonder er het handboek of de volksuniversiteit bij te halen. Ik heb mij, gelijk betaamt, vluchtig op de hoogte gesteld van de geschiedenis van Portugal en wat de Revallen en andere
| |
| |
bijgewerkte en opgewarmde schrijfgrage toeristen er van weten, weet ik ook. Maar aan den oever van de Stroozee staande, zag ik de fraaie en beminnelijke verhoudingen, de statige belichting en het sierlijke leven op den stroom en in de straten, zonder één seconde aan de onvermijdelijke Sebastião José de Carvalho e Melo te denken.
Het blijkt meer en meer dat ik alleen maar oog voor het heden heb. Zou deze kortzichtigheid, waar ik mij geenszins over beklaag, niet een nuttig en noodig tegengif vormen tegen de vooze vervoering der mondverrukten en de ijdele bekwaamheid der gelegenheidshistorici? Ik wil graag aannemen, dat enkele zonderlingen, beu van de platheid des dagelijkschen levens, zich in een geïdealiseerd verleden teruggetrokken hebben. Maar een gewoon mensch heeft niet de behoefte ieder nieuw feit door een oud feit te rechtvaardigen. Het zal dus ook niet in hem opkomen de eigen gemoedservaringen te vervangen door aangeleerde wetenswaardigheden.
| |
| |
Toch heeft de geschiedenis practisch belang in landen, waar een tyran heerscht. Wanneer we vele historische bijzonderheden aanhalen, kunnen wij dikke boeken schrijven zondervan de wreede alledaagschheid te reppen. Men is in het officieele Lissabon dol op belezen reizigers, die zoo vol zijn van Hendrik den Zeevaarder, dat de nood van een uitgeperst en gebonden volk aan hen voorbij gaat. Hoe meer men stoft op de fantastische weelde, waar het hof van João V mee praalde, des te minder aandacht blijft er over voor de vernederingen, welke de huidige heerscher zijn landgenooten oplegt.
Men spreekt weinig over dezen gewezen hoogleeraar te Coimbra, maar daarom is zijn optreden niet minder pijnlijk. Hij heeft een andere werkwijze dan zijn leermeester. Zijn voorbeeld maakt zich interessant door alom tegenwoordig te zijn, in levenden lijve of in beeld: geen straathoek zonder portret, geen plein zonder borstbeeld, geen krant zonder citaat van den Held en Redder; de navolger
| |
| |
maakt zich boeiend door zijn geheimzinnigheid. Niemand kent hem; hij treedt nimmer in het openbaar op, hij neemt geen deel aan het wereldsch verkeer der hoofdstad. Ongetrouwd, zonder materieele behoeften en zonder persoonlijke eerzucht, geeft hij zich over aan zijn eenigen wellust: macht. Als een griezelige spin, geteekend met een zwart kruis, heeft hij zijn net over dit poovere land geweven, lòert en rekent. Dr. Cijfer als dictator. Alles, het geluk der enkeling, de geestelijke ontwikkeling, de vrijheid van denken en doen, de vreugde en de hoop op een eerlijk toekomstbestaan, wordt geofferd aan den benepen boekhouderstrots van dezen éénen man. Portugal's jaarrekening sluit! Ziehier zijn glorie, ziehier zijn eenige levenstaak en bestaansreden. Ten koste van welk een som van ellenden dit resultaat bereikt wordt, vermelden de bladen onder censuur niet.
Het zijn nare reizigers, die zich om zulke zaken bekommeren, in stede van zich aan Manuel o Venturoso (1495-1521)
| |
| |
te vergapen. En het is niet beleefd om, in ‘A Chave d'Ouro’ het blinkendste koffijhuis van Europa gezeten, te denken aan de onbeschrijfelijke menschelijke verschrikking, die in de Alfama, armenbuurt welke het somberste voorstellingsvermogen te boven gaat, samengeperst is.
Maar het is rustig in Portugal. En de rust, nietwaar, is de allerhoogste zegen welke een mensch en een volk te beurt kan vallen.
‘Il se disait que, si agréables qu'elles soient pour certains, les periodes de paix sociale ne sont pas chose naturelle ni logique et que c'est le jour des révoltes que la vie rentre dans l'ordre. Quelques puissent être ses excès et ses injustices de détail (lamentables, certes), c'est malgré tout le jour des révoltes que la situation redevient normale et satisfaisante pour l'esprit.’
Deze woorden doorgrondt men pas in hun volle waarde en beteekenis wanneer men ze in Portugal toevallig onder het oog krijgt. Ze werken dàn als een openbaring!
| |
| |
Als ik censor was (gesteld dat ik dat ooit zou kunnen worden) verbood ik oogenblikkelijk het boek dat deze zinsneden bevat. Maar censoren vermoeden gelukkig het bestaan van Montherlant niet!
|
|