keel uit. Wie tot onpartijdig oordelen in staat en bereid is, komt tot de slotsom, dat het de belangrijke dingen zijn, die het bestaan grondig en op alle manieren vergallen, de onbelangrijke die het leven liefelijk, boeiend, ontroerend, kortom: levenswaard, maken. Nachtegalen en vergeet-mij-nietjes mogen dan al ouderwets en al te romantisch zijn, ze hebben nooit ruzie gestookt, ongeluk veroorzaakt, leed berokkend.
Al van mijn jonge jaren af heb ik het ideaal gekoesterd van een orgaan voor argelozen en goedwillenden. Het hoofdartikel zou, bijvoorbeeld, gewijd zijn aan vriendelijke gebaren, liefdedaden, offervaardigheden. Behalve aan alle kunsten, zou ernstige aandacht besteed worden aan die onvolprezen lekkerbekkerij. Er zou geen kleinigheid te klein mogen zijn voor mijn redacteuren, zodra hij, hoe bescheiden ook, kon bijdragen tot onze waardering van het leven. Ik zou correspondenten aanstellen niet in Nieuw York en London, maar in Luxemburg, Liechtenstein, Andorra, San Marino, Monaco en ik zou een krachtige beweging willen wekken tot het herstel van de onafhankelijkheid van Moresnet, dat nu zucht onder de Belgische overheersershiel.
Op één punt heerst er verschil van mening tussen mij en enkele toekomstige medewerkers. Ik geloof, dat op de laatste bladzijde, uiterst beknopt, de vuiligheid van krijgsgeweld, verdragsbedrog en misdaad behoort te worden samengevat. Uitsluitend om door die zwarte achtergrond al het blanke des te stralender te doen uitkomen. Anderen zijn van mening, dat men de verschrikking der belangrijke zaken strikt moet ontkennen, er met geen woord melding van maken, doen alsof zij niet bestaat. Voor wij tot de oprichting van ons blad overgaan, zal op dit punt klaarheid verkregen moeten worden. Hetgeen ongetwijfeld aanleiding zal geven tot hooglopende twistgesprekken en tenslotte tot enige levenslange veten.