rijk aan scherpzinnige opmerkingen. Maar een warme menselijke toon ontbreekt er niet aan. Haar letterkundigheid is niet aangeleerd, maar vormt van nature het wezenlijk deel van haar persoonlijkheid. Zij is gecompliceerd, doch niettemin eenvoudig.
Wat mij hindert omdat het niet bij haar figuur past, is haar belangstelling in de kritiek op haar werk. Ik meende dat zij daar boven stond. Bijzonder aantrekkelijk echter vond ik haar belangstelling in geld. Alleen prollen en losbollen verspillen het. Een beschaafd man weet dat het stilzwijgend bezit ervan deel van zijn beschaving uitmaakt.
Kenmerkend is hoe zij leven met schrijven vereenzelvigt ‘my return to life-that is writing..’. Ik kan mij niet goed indenken, hoe iemand schrijver kan zijn en dit niet met haar eens zijn. Ik ben overtuigd dat de inzinking, welke ik in de Europese letterkunde overal waarneem, mede het gevolg is van het feit, dat de schrijvers zich schamen schrijvers en niets dan schrijvers te zijn. Zodat zij hun beste tijd en energie verdoen aan wat zij voor ‘het leven’ aanzien en dat meestal bestaat in politiek kroeg-geleuter. Zij die voor een ‘littérature engagée’ pleiten, verdedigen voor mijn gevoel niet slechts een afwijkende mening, maar zij vertonen, wat veel erger is, een akelige karakterloosheid: zij verloochenen, als zij tenminste werkelijk schrijvers zijn, hun bestaansreden, hun waardigheid. Er is dus van mijn kant geen sprake van een verschil van mening. Ik verfoei, ik veracht deze heren, de koestlers en de onderkoestlers die om hun verslaggeverij tot letterkunde te kunnen verheffen, de letterkunde eerst kleineren en bezoedelen moeten.
Wat ik in een overigens grof heer als Arnold Bennett zo bewonder is, juist als wij bij Virginia Woolf waarnemen, de eerlijke, maar bovenal vrijwillige overgave, zonder enige voorbehoud, aan zijn werk: ‘It's the only life. I don't want anything else. I think of nothing but writing.’
Ik voor mij zou met liefde en zonder mij te vervelen, het nietsdoen willen beoefenen. Maar zolang ik iets moet doen, door innerlijke of staathuishoudkundige noodzaak gedreven, moet dat ‘iets’ zoveel mogelijk met de schone lette-