dat allen die op een opdringende, opzichtige wijze kultureel doen, méér dan wie ook van de ware innerlijke beschaving verwijderd zijn. En al mag er dan nog geen bevredigende bepaling of omschrijving van ‘kultuur’ ge vonden zijn, over één ding zijn wij het eens: dat wat men ook al kultuur, of liever nog beschaving, noemt, het nooit afhankelijk is van en nog minder bepaald wordt door wat men gelezen, gehoord of gezien heeft. Iemand die nooit nog een pen of een boek ter hand nam, kan door en door beschaafd, een man met drie doktersbullen, die voor een wandelende encyclopedie doorgaat, door en door barbaars zijn. Beschaving is nooit de som van wat men geleerd heeft, maar altijd een wijze van zijn, die minder bepaald wordt door wat wij opstaken, dan door wat wij meekregen. En wie zich verbeeldt dat hij door een goed geheugen, een schijn van gekultiveerdheid kan wekken, vergist zich, want een ieder herinnert zich dan onmiddellijk de voortreffelijke uitspraak van de Franse politicus Edouard Herriot: ‘kultuur is wat er overblijft als men alles wat men geleerd heeft, vergeten is.’
Kultuur, in de thans gangbare zin, heeft toch ook nog wel iets met de landbouw te maken! Wat kultuur ook zijn en wàt men er onder verstaan moge, het is altijd een veredelingsproces. Door kultuur kweekt men uit een onaanzienlijk onkruid een plant die het pronkstuk der tuinen wordt. Door kultuur kweekt men uit het ruwe ongelikte mensenmateriaal lieden, die in verstandelijk en zedelijk opzicht, hun omgeving overtreffen. Maar daarbij blijft dat gewas toch immer binnen de grenzen door de natuur gesteld. Men kan, door veredeling, niet van een lid der schermbloemige familie, een vlinderbloemige maken. Daarom is het zo bekrompen en verkeerd, wanneer een beperkte maatschappelijke groep voor zich het alleenrecht op beschaving opeist. Ik ken eenvoudige landslieden of handwerkers die, in hun soort zo veredeld zijn, dat zij een zuiverder voorbeeld van kultuur geven, dan de namaak kunstenaars, die, in hun koffiehuizen overal op de wereld, dag en nacht over kultuur zwetsen. Men geurt altijd met waar men niet of pas sedert kort over beschikt. Zodra het bezit deel van ons leven gaat uitmaken, verdwijnt de