Bric à brac
(1957)–Jan Greshoff– Auteursrechtelijk beschermd
[pagina 23]
| |
meer las, omdat die hem terneerdrukten en hem geen goed deden. Verder las hij nooit een boek over de oorlog. Mensen gezegend met zulk een aanvankelijke wijsheid waren tòèn zeldzaam en zijn nù in het geheel niet meer te vinden. Toch kan ik mij niet voorstellen, dat Moore ongelijk had. Hij onttrok zich als mens aan een mensonterende onderneming, die hij niet op touw gezet had en waar hij niet in de geringste mate verantwoordelijk voor was. In deze tweede wereldoorlog, vooral in de beginjaren, keek ik ook in maanden geen dagblad in. Om geheel dezelfde redenen als Moore, plus de overtuiging, dat alles wat ik te lezen kreeg toch uit doelbewuste leugens bestond. Ik maakte mij los uit een weerzinwekkende werkelijkheid, juist zo als in Moore's geval: omdat het mij geen goed deed. Ik ontken niet het bestaan en nog minder het nut van riolen, mestvaalten en slachthuizen, maar wijd er niet jaarlijks een boek aan, noch doet het mij goed er dagelijks over te lezen. Zij die, gedurende beide oorlogen, zo fel op nieuws waren, deden mij, ook al in hun terminologie, aan sportmaniakken denken. De inval maakte een diepe indruk op mij. Maar geen indruk, hoe diep, die niet op den duur zijn werking verliest. Wanneer een ontroostbaar weduwnaar na twee, drie jaar hertrouwt, vindt niemand hem een ongevoelige hond. Men weet: zo is het leven. Ik verfoei, veracht oorlog. Dat is toch geen reden om er drie-vier-maal per dag en meer over te horen of te lezen? Er blijft dus maar één ding te doen over: zich zonder ophef aan deze ellende onttrekken. En het wonderlijkste volgt nog: zij die, gedurende de wereldoorlog, met een dagblad in de hand dagen lang vóór hun radio leefden, weten nù niet méér van gezegde wereldoorlog af dan ik, die maandenlang geen krant opsloeg en geen radio bezat noch bezit. Het lezen over de oorlog is een aangelegenheid, waar een ieder voor zichzelf over moet oordelen. Bij de keuze van leesstof behoort de meest volmaakte vrijheid te heersen. Maar die vrijheid sluit niet de instemming der omstanders in! Voor mij staat de belangstelling voor oorlogs- | |
[pagina 24]
| |
boeken op het leeftijdspeil van de geestdrift voor Gustave Aimard. Ik lees er een kenmerkend bewijs van onvolwassenheid in. Ik kán het verheerlijken van geweld, verraad, geestelijke ontwrichting niet goedkeuren; ik kan dus ook geen werken daarover lezen. En het heldendom maakt ook geen indruk op mij. Integendeel. Het doet mij onweerstaanbaar denken aan het balanceren in de dakgoot van hen wie het vermogen ontbreekt zich een voorstelling van het gevaar te maken. George Moore's houding was menselijk, intelligent en volwassen. |
|