Aan den verlaten vijver(1909)–Jan Greshoff– Auteursrecht onbekend Vorige Volgende [pagina 29] [p. 29] Dichter's Monument. Het is als in uw Heine-fantaisie: De oude dichter, die zijn standbeeld zocht In stad na stad en 't nergens vinden mocht - Zìjn monument was eene melodie. Zijn hooge monument was 't eigen lied. Hij ging ter Rijnreis; toen het schip voorbij Een hooge rots voer - 't was de Lorelei - Zong àl het volk zìjn jong verdriet; Zong àl het volk één schoon-beminden zang... Geen die niet zong, bezield en luid; geen die Het woord niet wist bij deze melodie... En de oude dichter vond: hij zocht reeds lang. [pagina 30] [p. 30] Zoo ieder onzer als zijn zingend woord Wat harten vond, die 's avonds voor zich heen 't Herhalen in een schemer-broos geween, Zoodat de stilte 't en de hemel 't hoort... Zoodat de stilte 't teeder verder draagt Naar waar een ander, ongeweten wacht, Die zich verwondert... En herzegt het zacht... Wie is het die nog méér van 't leven vraagt? Wie is het die ooit méér in 't leven kent? - O, 't lied, dat wat verlaten harten vond, Zich rankend om eens anders leven wond, Dat is een dùrend, heerlijk monument. Vorige Volgende