Aan den verlaten vijver(1909)–Jan Greshoff– Auteursrecht onbekend Vorige Volgende [pagina 27] [p. 27] Stervende Schemering. Mijn kamer is van de avond en de stilte nu En voor mij ligt de proef van een gedicht aan u, Dat ik in liefde heb geschreven..., Gij luisterdet zoo gaarne naar mijn stem en lied.... Vergat ik voor uw zang mijn droeve moeheid niet? Was 't niet een wonder in mijn leven? Gij gaaft een weelde mij van gouden uur aan uur; Waart gij in 't land van schoonheid niet een rijk gebuur, Die gaarne van zijn schat wou geven? Mijn peinzen is van de avond en de treurnis nu En om mij leeft een lichte mijmering aan u... Waar is uw stem, uw zang gebleven? [pagina 28] [p. 28] En ik zit traag te peinzen aan 't nu-doode licht, Dat, toen ik deze strophen droomend heb gedicht Zacht-wijdend om mijn hoofd bleef zweven. Mijn trouwe kamer wordt stil-aan een buit des nachts: In 't leven komt alleen de vreugde onverwachts; De droefheid is een déél van 't leven.... Vorige Volgende