I. Het probleem en de stand van het vraagstuk.
Sinds lang is men ontevreden over de uitgave, die Kloos van Perks zoogen. ‘Mathilde’ cyclus bezorgde. Den strakken band, waaraan, volgens zijn eigen woord, Perk de sonnetten snoerde, achten velen òfgeen strakken band òf niet door Kloos bewaard. En de verklaring, die Kloos aan de eerste uitgave heeft toegevoegd, schijnt sommigen lezers onvoldoende of onjuist.
De gevolgen zijn tweeërlei.
Sommigen veroordeelden het werk van den dichter, omdat zij onbegrijpelijk waanden, wat zij niet begrepen, kozen enkele sonnetten uit en beperkten de herlezing van Perks werk tot deze weinige gedichten, waarbij onrecht geschiedde aan den arbeid van den dichter. Want in een verhalend gedicht hebben de verschillende verzen waarde: wegens hun groote schoonheid op zich zelf, als dragers der handeling, of ter wille van het effect der voorafgaande en volgende gedeelten van het gedicht.
Weer anderen hebben getracht de verzen uit de uitgave van Kloos een andere volgorde te geven en daarmee een begrij-