‘Het hoeft niet,’ zegt Anja.
Als de serveerwagen helemaal rond is gegaan, rinkelt er een belletje.
De kinderen vallen op hun brood aan.
Juffrouw Kwiel komt langs lopen.
‘Alles naar genoegen?’ vraagt zij.
‘Heerlijke ham, juffrouw Kwiel,’ zegt Peter.
‘Ja, het is hier goed van eten en drinken,’ antwoordt juffrouw Kwiel. ‘Eenvoudig, goed en gezond!’
‘Ik wil graag wat thee,’ zegt Petra. ‘Of melk!’
Petra wijst naar haar lege kopje.
‘Thee krijg je na het eten,’ zegt juffrouw Kwiel. ‘Wij houden niet van soppen en metselen. Dat is heel ongezond!’
‘Maar ik wil niet soppen,’ roept Petra verbaasd uit. ‘Ik wil alleen zo nu en dan een slokje thee nemen.’
‘Jij wilt dus metselen!’ zegt juffrouw Kwiel streng. ‘Dat is hier verboden. Hier wordt niet gemetseld! Als al je brood op is, komt meneer Joop met de theewagen rond. Dan krijg je thee. Zelfs met suiker!’
‘O, met suiker!’ roept Peter uit. ‘Met suiker, juffrouw Kwiel. Wat heerlijk!’
Petra kijkt verbaasd naar Peter.
Houdt hij de boel voor de gek?
‘Jij bent een dankbare jongen,’ zegt zij. ‘Ik houd van dankbare jongens!’
Dan loopt juffrouw Kwiel door.
Anja de Raaf stikt van het lachen.
Ook Janet kan haar lachen niet inhouden.
‘Juffrouw Kwiel houdt van hem,’ zegt zij tegen Anja. ‘Heb je het gehoord? Juffrouw Kwiel houdt van hem!’
‘Houdt Peter ook van haar?’ vraagt Anja.
Peter eet wat nors door.