Skiplinks

  • Tekst
  • Verantwoording en downloads
  • Doorverwijzing en noten
Logo DBNL Ga naar de homepage
Logo DBNL

Hoofdmenu

  • Literatuur & taal
    • Auteurs
    • Beschikbare titels
    • Literatuur
    • Taalkunde
    • Collectie Limburg
    • Collectie Friesland
    • Collectie Suriname
    • Collectie Zuid-Afrika
  • Selecties
    • Collectie jeugdliteratuur
    • Basisbibliotheek
    • Tijdschriften/jaarboeken
    • Naslagwerken
    • Collectie e-books
    • Collectie publiek domein
    • Calendarium
    • Atlas
  • Periode
    • Middeleeuwen
    • Periode 1550-1700
    • Achttiende eeuw
    • Negentiende eeuw
    • Twintigste eeuw
    • Eenentwintigste eeuw
Daar ga je, Claudia! (ca. 1970-1980)

Informatie terzijde

Titelpagina van Daar ga je, Claudia!
Afbeelding van Daar ga je, Claudia!Toon afbeelding van titelpagina van Daar ga je, Claudia!

  • Verantwoording
  • Inhoudsopgave

Downloads

PDF van tekst (1.96 MB)

Scans (7.67 MB)

XML (0.18 MB)

tekstbestand






Illustrator

Guust Hens



Genre

proza
jeugdliteratuur

Subgenre

roman


© zie Auteursrecht en gebruiksvoorwaarden.

Daar ga je, Claudia!

(ca. 1970-1980)–Cok Grashoff–rechtenstatus Auteursrechtelijk beschermd

Vorige Volgende
[pagina 60]
[p. 60]

9

In Terschuur, een klein plaatsje in Gelderland, moet Claudia's vader de zilvergrijze auto even tot stilstand brengen om de weg te vragen naar de boerderij ‘De grote melkhorst’.

Claudia en Andries zijn wat vermoeid van de rit. De tocht is niet zonder moeilijkheden verlopen. Zij hebben met pech te kampen gehad. De benzinepomp van de auto weigerde en toen stonden ze tussen Utrecht en Amersfoort plotseling stil. Andries bood natuurlijk weer zijn diensten aan. Hij zou wel eventjes naar Knoop opbellen, maar dit keer was Claudia's vader van deze hulp niet gediend. Hij wachtte liever op de wegenwacht. Het duurde een klein half uur. Gelukkig was de storing door de man van de Wegenwacht gauw verholpen. Intussen was het echter al laat geworden, zodat ze in Amersfoort wat moesten gaan eten. Nu was Terschuur dan eindelijk bereikt.

‘Hé, hé, meneer,’ roept Claudia's vader naar een boertje met een zijden pet op. ‘Luistert u eens even!’

Vader buigt zich zo ver mogelijk uit het portierraampje. De man loopt echter onverstoorbaar door.

‘Hé, hallo, menierke!’ roept Andries, die van mening is dat je de mensen in hun eigen taal moet aanspreken.

Het boertje blijft doorlopen.

‘Zeker doof,’ mompelt Andries tegen Claudia. ‘Rijd maar door oom, dan vragen we het wel in een winkel.’

Meneer Lommerijk rijdt verder. Inderdaad zien ze even later links en rechts van de weg wat winkeltjes. De auto

[pagina 61]
[p. 61]

wordt tot stilstand gebracht. Meneer Lommerijk stapt uit, wil een winkel binnengaan, maar de deur zit op slot. Hij probeert ook de deuren van de andere winkels, maar elke zaak blijkt gesloten te zijn.

‘Dat is jammer,’ mompelt Claudia's vader.

‘Zal ik een steen door de ruit gooien, oom!’ roept Andries, ‘dan komen ze vast wel.’

‘Houd je nu eens kalm,’ roept Claudia's vader. Hij is wat kwaad over het rare voorstel van Andries, maar eigenlijk nog meer om het feit dat hij nu net een winkelsluitingsmiddag treft.

Er komt weer een boertje aanlopen. Vader staat nog bij de winkels, alsof hij verwacht dat er toch nog opengedaan zal worden. Claudia en Andries springen uit de auto en rennen om het hardst op het boertje af.

‘Meneer, meneer, de grote melkhorst,’ roepen ze, als ze vlak bij hem zijn.

De man liep met een wandelstok en die tilt hij nu onverhoeds de lucht in.

Claudia en Andries wijken van schrik terug, want het is net of de man met die wandelstok een pak slaag wil uitdelen. Het blijkt echter dat de boer de stok als aanwijsstok gebruikt.

‘Hier terug de weg aflopen,’ legt hij uit, ‘dan linksaf. Een hele lange weg. Dan kom je bij een bord en daar staat op “de grote melkhorst”. Er staat een pijl bij dus het kan niet missen. Je moet daar rechtsaf. Je bent dan al op het land van “de grote melkhorst”. Je komt er dus als het ware vanzelf, tenminste als je niet tegen een flinke wandeling opziet. Het is minstens een uur lopen.’

‘We zijn met de auto,’ zegt Claudia.

De man kijkt om zich heen.

[pagina 62]
[p. 62]

‘Met die auto?’ vraagt hij.

‘Ja,’ antwoorden Andries en Claudia.

Vader is intussen naderbij gekomen.

‘Weet u de weg naar “de grote melkhorst”,’ vraagt hij geheel overbodig, want de man heeft alles al aan Claudia en Andries uitgelegd.

‘De weg terug, linksaf en dan rechtsaf,’ zegt Andries eigenwijs, ‘het kan niet missen. Minstens een uur lopen, maar als je met de auto bent, gaat het vlugger.’

‘Ja, dat zeg ik!’ roept de man die wat doof schijnt te zijn en daarom denkt dat anderen aan hetzelfde gebrek lijden.

‘Mag ik u hartelijk bedanken?’ vraagt vader.

Hij tast in zijn zak en haalt een doos sigaren te voorschijn. Hij biedt de boer een sigaar aan. Die pakt de sigaar gretig uit de doos, zet zijn pet af en bergt daar de sigaar in, vervolgens zet hij zijn pet weer op.

‘Gaan de kinderen logeren?’ vraagt hij.

‘Ja,’ antwoordt vader verrast dat de boer zo goed op de hoogte blijkt te zijn. ‘Ja, ze gaan een weekje logeren.’

‘Er wordt altijd veel gelogeerd daar op “de grote melkhorst”,’ zegt de boer. ‘Week in, week uit! Mij daar niet gezien!’

‘Houdt u niet van logeren?’ vraagt Andries.

‘Ik houd wel van logeren,’ antwoordt de boer, ‘maar niet op “de grote melkhorst”. De boer is een goeierd, maar zijn vrouw... nou... die heeft de broek aan!’

‘Haha,’ lacht Andries.

Ook Claudia schiet in de lach.

‘Mijn moeder heeft ook altijd een broek aan, en mijn vader ook,’ zegt Andries. ‘Dat zijn wij wel gewend. Bij de boeren is het zeker anders.’

Claudia moet nu nog harder lachen.

[pagina 63]
[p. 63]

‘Kom,’ maakt vader een eind aan het gesprek, ‘we weten nu waar we wezen moeten. Hartelijk dank meneer!’

De boer tikt tegen zijn pet en Claudia, Andries en zijn oom lopen weer naar de auto.

‘Dragen boerinnen nooit broeken, pap?’ vraagt Claudia.

‘Hé wat?’ roept haar vader uit, die zijn aandacht bij de weg heeft.

‘Of boerinnen nooit broeken dragen!’

‘Hoe kom je daar nu bij?’

‘Nou, die boer zei dat de boerin van “de grote melkhorst” de broek aan heeft.’

‘O, daar bedoelde die man mee dat de boerin de baas speelt,’ antwoordt vader. ‘Hier dus linksaf. Nou, een mooie weg is het niet. Het is een karrespoor!’

Het is doodstil onderweg. In de verte zien ze weilanden met koeien. Vlak langs de weg groeien bomen, erachter is wat gras met hier en daar een heuveltje en dan begint er een echt bos.

‘We kunnen fijn in de bossen gaan spelen!’ wijst Adries.

‘Nee, nee,’ waarschuwt vader. ‘Jullie moeten op de boerderij blijven. Het is veel te gevaarlijk om alleen in de bossen te gaan.’

‘Wolven?’ vraagt Andries.

‘Nou, wolven niet,’ antwoordt Claudia's vader, ‘maar het kan wel even gevaarlijk zijn. Nee, jullie moeten op de boerderij blijven!’

‘Maar we zijn toch geen gevangenen, pap!’ roept Claudia uit.

‘Dat wou ik ook net zeggen!’ valt Andries haar bij.

De boerderij is zo groot en zo uitgestrekt. Je zult je daar niet vervelen. Op het land van de boerderij mag je natuurlijk wel komen.’

[pagina 64]
[p. 64]

‘O,’ lacht Claudia, ‘ik dacht dat we steeds in huis moesten zitten.’

‘Hier oom, hier de zijweg rechts!’ schreeuwt Andries.

Claudia's vader remt plotseling. De auto schuift nog even in het zand door en werpt een grote zandwolk op. De heer Lommerijk rijdt een stukje terug en slaat dan rechtsaf.

‘Ik zie de boerderij!’ juicht Claudia.

‘Ik ook!’ roept Andries. ‘Hoera!’

‘Hoera!’ schreeuwen Claudia en Andries nu.

Meneer Lommerijk glimlacht. Hij kan zich heel goed voorstellen dat de kinderen zo opgetogen zijn. Het belooft voor hen een prettige vakantie te worden en wie zou er dan niet blij zijn?

‘De grote melkhorst’ staat er met grote letters boven de ramen van een heel groot huis. Aan het huis is een soort schuur vastgebouwd. Ze zien aan de linkerkant allemaal groene deuren. Rechts van de boerderij staat echter nog een heel grote schuur.

Vader rijdt langs het huis heen, op zoek naar een geschikte plaats om te parkeren. Achter het huis is een heel groot plein. In het midden daarvan staat een grote hooiberg.

‘Hooi, hooi!’ roept Andries. ‘Hoera!’

Claudia wil niet achter blijven en zet het ook op een schreeuwen. Ze zijn erg uitgelaten. Hun vermoeidheid voelen ze nu niet meer.

Rechts van het huis zijn open schuren waar voederbakken zijn en tractoren en andere landbouwmachines staan. Overal lopen kippen rond. Claudia en Andries voelen dit aan den lijve. Vader moet plotseling remmen voor een kip en Claudia en Andries stoten allebei hun hoofd, terwijl de kip verontwaardigd kakelend wegstuift.

Vlak bij een grote tractor brengt Claudia's vader de wagen

[pagina 65]
[p. 65]

tot stilstand. Behalve de kippen is er geen levend wezen op de boerderij te bekennen. Als je het getok van de kippen niet zou meerekenen, was het er doodstil.

‘Ze zullen wel aan het eten zijn,’ zegt vader. ‘We zijn erg laat.’

Hij loopt op goed geluk op een groene deur toe en doet die open. Claudia en Andries volgen hem op de hielen. Zij knipperen een beetje met hun ogen. Het is zo donker dat ze bijna niets kunnen onderscheiden. Ze horen geroezemoes en het geklik van lepels. En ja, helemaal achterin de ruimte die er als een grote schuur uit ziet, een schuur met een stenen vloer, zien ze een lange tafel staan, waar mensen en kindederen aan zitten te eten. Een vrouw legt haar lepel weg en staat op. Zij komt met uitgespreide armen op Claudia's vader toelopen, alsof zij hem wil omhelzen.

‘O jé, daar begint het al,’ roept Andries uit. ‘Ik ben het bezoek aan je tante Cor nog niet vergeten. Ik maak dat ik wegkom!’

Andries wil ervandoor gaan, maar Claudia houdt hem aan zijn mouw vast.

‘Hier blijven!’ fluistert ze.

Als de vrouw vlak bij Claudia's vader is gekomen, klapt zij haar armen over elkaar en Andries constateert met een zucht van verlichting dat er van een omhelzing niets komt. ‘Dag meneer Lommerijk!’ roept de vrouw uit. ‘Want dat bent u toch, hè? Hartelijk welkom op de grote melkhorst. Ach, en dat zijn uw schatten van kinderen?’

‘De vrouw met de broek!’ fluistert Andries.

Claudia stikt haast van het lachen.

‘O, wat een heerlijke vrolijke kinderen!’ roept de vrouw uit. ‘Die komen hier goed van pas, want sjaggerijnen kunnen we niet gebruiken! Broer en zus, hè?’

[pagina 66]
[p. 66]

‘Nee, neef en nicht!’ herstelt Claudia's vader.

‘Dit is Claudia, mijn dochter. En dat is Andries, mijn neef!’

‘Uit Wassenaar!’ verduidelijkt Andries.

De vrouw haalt de armen van elkaar, steekt een lange rechterarm uit, plotseling als de tong van een kikker die naar voren klapt als hij een mugje ontwaart, en trekt Andries tegen zich aan. Andries wordt tegen een stijf schort aangedrukt.

‘O, dit is een lieve jongen!’ roept de vrouw uit.

‘Ja, ja,’ lacht vader, alsof hij kiespijn heeft, ‘hij is heel lief en Claudia is ook lief.’

‘Natuurlijk is Claudia ook lief,’ roept de boerin hard uit, ‘maar ik houd meer van jongens die zijn veel liever, meisjes zijn zo kattig!’

Claudia steekt haar tong naar Andries uit die een gezicht zet alsof hij een klontje suiker in zijn mond heeft.

‘Straks zal ik de kamertjes wijzen,’ zegt de boerin. ‘Het gaat nu nog niet. Er moeten er nog afreizen, begrijpt u. Dat gebeurt na het eten. Wilt u soms meeëten?’

‘Nee, nee,’ haast vader zich te zeggen, ‘ik heb toch al veel vertraging. Ik moet werkelijk weer op huis aan! Ik kom de kinderen over een week weer halen en dan reken ik af.’

‘Prachtig, prachtig,’ roept de boerin uit, ‘maar de kinderen eten zeker wel een bordje pap mee?’

‘Lust jij pap?’ bromt Andries tegen Claudia.

‘Ik haal de bagage even,’ zegt vader.

Hij snelt weg naar de auto om de twee koffers te halen, terwijl de boerin Claudia en Andries stevig in hun nek grijpt en naar de tafel leidt.

Andries' hoofd zit in haar hand als in een stevige bankschroef. Hij kan niet links kijken en niet rechts. Hij ziet

[pagina 67]
[p. 67]

alleen de grote tafel, waarop in het midden een enorme ketel pap staat. De damp komt eraf.

Andries rilt ervan. Hij lust geen pap.



illustratie


Vorige Volgende

Footer navigatie

Logo DBNL Logo DBNL

Over DBNL

  • Wat is DBNL?
  • Over ons
  • Selectie- en editieverantwoording

Voor gebruikers

  • Gebruiksvoorwaarden/Terms of Use
  • Informatie voor rechthebbenden
  • Disclaimer
  • Privacy
  • Toegankelijkheid

Contact

  • Contactformulier
  • Veelgestelde vragen
  • Vacatures
Logo DBNL

Partners

Ga naar kb.nl logo KB
Ga naar taalunie.org logo TaalUnie
Ga naar vlaamse-erfgoedbibliotheken.be logo Vlaamse Erfgoedbibliotheken