‘Joepie, Joepie,’ roept Claudia.
De kop komt wel weer naar buiten en Claudia kietelt de schildpad over zijn kop die het wel prettig schijnt te vinden, of er misschien wel aan gewend is.
‘Wil je dit dier hebben, Claudia?’ vraagt tante Cor.
‘O ja, graag tante!’ zegt Claudia met schitterende ogen.
‘Je hebt hem toch wel betaald, Jan!’ vraagt tante Cor.
‘Wat denk je wel! Natuurlijk!’ antwoordt oom Jan met schorre stem.
‘Dan krijg je hem van mij!’
‘O, dank u wel, tante!’ roept Claudia uit.
Opgetogen omhelst zij tante Cor. Zij is zo blij dat zij de schildpad cadeau heeft gekregen.
Andries lopen de rillingen over de rug. Hij kijkt maar gauw een andere kant uit. Hij hoeft toch zeker niet te bedanken? Die schildpad is toch niet voor hem?
Als of tante Cor zijn gedachten geraden heeft, roept ze uit, terwijl ze op Andries toekomt:
‘En wat wil jij nu eens van me hebben?’
Geen zoen, denkt Andries.
‘Niets, niets, mevrouw,’ zegt Andries beleefd en een beetje bang. ‘Ik heb heus niets nodig. Wij hebben al zoveel in de winkel. Wij kunnen er heus geen rommel bij velen.’
‘Geef hem een paard!’ roept oom Jan.
Hij geeft zijn vrouw een por in de zij en lacht dan met schorre stem. Zijn vrouw kijkt hem dankbaar aan.
‘Meen je dat nou?’ vraagt zij.
‘Waarom niet! Geef hem een paard! In Wassenaar zal daar toch wel ruimte voor zijn? Toon je de weldoenster, dan heb je je zin!’
Andries kijkt, of hij vreest dat die tante en oom van Claudia niet helemaal goed bij hun hoofd zijn. Hij probeert de aan-