leuk. Die gekke oom met die Buick, hoe heet hij ook al weer, die...’
‘Die zien jou liever gaan dan komen, Andries,’ antwoordt Claudia's vader. ‘Ik geloof dat je het daar wel een beetje verbruid hebt.’
‘Het ken!’ antwoordt Andries en hij trekt een nors gezicht. ‘Ik ben van plan om vanavond naar het huis te gaan kijken. Jullie mogen wel mee...’
Direct klaart het gezicht van Andries op. Claudia en haar moeder kijken elkaar aan.
‘En de kleine Martin?’ vraagt moeder. ‘Die moet naar bed!’
‘Het duurt geen uren,’ zegt vader. ‘Alleen maar even kijken. De kinderwagen kan in de auto en het is niet ver. Als het huis je niet aanstaat, dan doe ik het natuurlijk niet.’ ‘Ik zie wel tegen een verhuizing op,’ antwoordt Claudia's moeder peinzend.
‘Mag ik het ook zeggen, oom?’ vraagt Andries.
‘Wat bedoel je?’ vraagt vader.
‘Of het huis me aanstaat.’
‘Zeggen wel,’ antwoord vader lachend, ‘maar k trek me er niets van aan. Je tante, die moet het mooi vinden. Als die tegen de verhuizing is, gaat het niet door.’
‘En heeft Claudia ook helemaal niets te vertellen'’ vraagt Andries met een sip gezicht.
‘Een heel klein beetje,’ bekent vader, ‘maar niet veel.’
‘Waar is het?’ vraagt Claudia nieuwsgierig.
‘Ja, waar is het?’ roept Claudia's moeder uit. ‘Is het een nieuw huis? Is er een badkamer en is er centrale verwarming, en de keuken, is die wel groot genoeg?’
Vader stopt zijn vingers in zijn oren.
‘Nu vraag je me opeens zo veel,’ zegt hij. ‘Kijk straks zelf