Van toen en thans
(1925)–Johan Graafland– Auteursrecht onbekend
[pagina 179]
| |
[pagina 180]
| |
‘Alleen één prachtige.... parasiet bleef achter: 'n bloeiende bol van marentwijgen’.... | |
[pagina 181]
| |
Daags na King's ‘genealogisch faillissement’, 'n méchanterie van de freule met de wrat, reisde Queen naar Roosendaal, huurde er 'n auto en kwam tegen drie uur smiddags te Oud-Gastel aan, waar 't bataljon van haar vader gekantonneerd was.Ga naar voetnoot(1) Haar bagage bestond uit drie zwaarleeren valiezen, beplakt met de hotel-etiquetten van Engelsche en Schotsche touristen-plaatsen, 'n rijzadel, hoofdstel en paarden-deken met gekroonde Q's op alle onderdeelen, twee tennis-rackets in biljart-groene foudralen, twee ‘Mädel’-koffers en last not least uit Mars, 't aanminnig dwerg-pinchertje van haar tweede duenna op non-activiteit, 'n diertje, dat uitmuntte door zijn vlooien-terrarium en z'n zwoele Oostersche luiheid. Echter bezat Mars 'n.... historische stamboom. Eén zijner voorvaderen werd tijdens den Chineeschen bokseropstand door 'n Engelsch officier in 't keizerlijk paleis te Peking buitgemaakt en naar Europa gevoerd; vóórdien waren nimmer dergelijke wangedrochten in 't beschaafde werelddeel geïmporteerd. Mars had blauw bloed door z'n aderen vloeien en dat apprecieerde Queen thans des te meer, omdat King slechts.... Eau-de-Qiunine-bloed bleek te bezitten. Toen Queen haar bagage, die aan 'n overzeesche reis deed denken, in de gang van 't kwartier haars vaders had laten deponeeren, keken de bewoners van 't heerenhuis nogal beteuterd en afkeurend op naar die onaangekondigde invasie van mensch, ding en dier. Gelukkig voor Queen waren ze slechts huisbewaarders en geen eigenaren of huurders, want | |
[pagina 182]
| |
reeds jaren werd 't heerenhuis wegens 'n proces der erven niet bewoond. 'n Bejaard echtpaar zorgde voor 't onderhoud en de ingekwartierde officieren. 't Huis telde anderhalf dozijn holle en hooge kamers, 'n zeldzaamheid voor zoo'n dorpje, en bezat wijders 'n vermaardheid vanwege de ‘beschilderde’ deuren met velerlei gouden en zilveren tierlantijntjes en onnoemelijke varianten op vruchten, bloemen en insecten. In de salons trof men vooral ameublementen aan in mahonie- en ebbenhout en bekleedingen in roode pluche en groene trijp. In de meeste vertrekken kon men ‘pieds’ bewonderen, gemetseld uit scherven van gebroken koffie-serviezen, - afbeeldingen van den dorpstoren, bijelkaar geprutst uit plak- en postzegels, - voetkussens, overtrokken met restanten van afgedankte onderrokken en gefestonneerde vesten, - en met zand-gevulde vazen, vol bossen Judas-penningen, die met vele vliegenvisites vereerd waren. In de zitkamer haar vaders prijkte 'n kanarievogel-kooitje van monumentale afmetingen en met de figuurzaag gefabriceerd uit colorado-claro-plankjes, terwijl de zeven verdiepingen bij toebeurt gebeitst en verguld waren. De laatste eigenaren van deze deftige dorpshuizinge waren 'n broer en zuster geweest, die hun fortuin gemaakt hadden met den verkoop van bieten aan de naastbijgelegen suiker-fabrieken. .... Queen kwam dus van de Biedermeijer- en Renaissance-architectuur van den Haag in die van de fröbel en de patience van 'n Brabantsch dorpske. Ze installeerde zich tot gapende verbazing der twee oude menschen in de mooiste vertrekken van 't huis, inclusief de slaapkamer naars vaders, wien ze 'n verdieping hóóger 'n meer bescheiden leger toebedacht. Toen nam ze zich voor om met op elkaar-geklemde tanden aan stijl en zede te gewennen en bestelde thee voor | |
[pagina 183]
| |
twee personen, benevens melk en beschuit voor Mars, en ging met 'n frivool Fransch romannetje aan 't raam zitten. Haar anglomanie begon te verdwijnen om plaats te maken voor francophilisme.... Daarom had ze bij haar vertrek uit de hofstad de volledige serie ‘Rougons-Macquarts’ van Zola meegenomen, en verschillende werken van Dumas père et fils. Ook ‘Aphrodite’, 't pornografisch oeuvre van Pierre Louys, kreeg 'n plaats in haar verzameling, niet zoozeer, omdat ze iets voelde voor Romeinsche orgieën, - Queen hield niet van.... antikiteiten, - maar omdat haar tweede duenna 't haar had aangeraden vanwege de typeerende beschrijving der.... heateren van de beschaafde oudheid! Ze was na die affaire met King tot de conclusie gekomen, dat 'n meisje als Queen zich wat meer doorzicht en.... emancipatie moest eigen maken. Ze kon als oudere garçonne toch zoo ‘trés dificile’ al die teere details aan 'n nauwelijks-ontgroeid bakvischje ‘raconteeren’....
* * *
'n Steeds-naderrommelend geraas van koper-klanken wekte Queen uit haar behaaglijke soes van légére lectuur, en na eenige minuten zag ze 't bataljon van haar vader voorbijmarcheeren, dat van 'n vermoeiende manoeuvre huiswaarts keerde. Voorop de hoorns, gestoken door kleine soldaten, die zich holle wangen bliezen, en de trommen, die telkens terugsprongen op de knieën der tamboers en geslagen werden met hooggeheven handen; - er achter 't harmonie-korps van 't veldbataljon: de kleine en groote pistons, de trombones, de bugels en de houten klarinetten met nikkelen kleppen; 't laatst de vier groote bassen, blinkend en bevend in de vuur-sprankelende zon.... | |
[pagina 184]
| |
Wat deden al die kerels toch hun best! In shemelsnaam ‘waarom’ vroeg ze zich af? Dan reed haar vader voorbij, hóóg te paard, nog kaarsrecht, met 'n haar-onbekend en onbewogen gezicht, waarin de ouderdom en de vermoeienissen reeds eenige diepe groeven hadden gegraven. Naast hem zag ze de lange gestalte van den luitenant-adjudant, nog 'n hoofd-hooger dan haar vader. Daarna volgde de troep, voorbij-marcheerend met monotonen pas, als 'n voortrollende muur, dof-grijs-grauw en omwarreld met stofwolken. .... En de hevige heete Juli-zon, die ze eerst schitterkleur had zien geven aan 't koper en 't nikkel, flitste nu slechts even hier en daar op, - in de officiers-sterren, de onderofficiers-streepen, de afgesleten-blauwe geweertrompen... Kortom de troep trok zonder eenig coloriet of monteering voorbij, sectie na sectie, compagnie ná compagnie, allen bezweet en bestoft, hoogrood en met gebruind gelaat, en soms den indrukkenden riem van geweer of ransel haastig-verplaatsend. Met 'n kensters-blik, als monsterde ze een tekkel terriers, schatte ze officieren en vaandrigs: ze bemerkte nog 'n enkele sergeant-majoor met 'n borrel-neus in den vorm van 'n té rijpe aardbei. Dus 'n enkele van die snorrebaarden met Napoleontische allures bestond dan toch nog. Ze moest 'ns zoo'n ‘grognard’ aan den praat zien te krijgen: die zou wel om de haverklap ouwerwets-vloeken en donderjagen.... Ja, er zat toch nog wel iets-folkloristisch in zoo'n troep-tevelde. Ze wilde er zich wel 'ns inwerken. Haar legerkennis bestond hoofdzakelijk uit de rangen en graden van 't .... Engelsche leger. Precies kende ze 't verschil tusschen de ‘Engineers’ en de ‘Flying's’, de ‘Mortars’ en de ‘Grenadier Guards’, de ‘Sussex’ en de ‘Fusiliers’, de ‘Seaforth Highlanders’ en de ‘Rifle Brigade’. | |
[pagina 185]
| |
Met eenigen weemoed dacht ze aan haar ‘heerlijk-sentimenteele adoratie’ voor die ‘gedistingeerde’ ruiters met de zilveren helmen en harnassen, de witte gemanchette-handschoenen en witte rijbroeken en vooral die gelakte en geklepte kaplaarzen. Die stonden altijd zoo vol starre stacy in pronkende parade voor Buckingham Palace en hieven dan vlug en stug hun lange sabels ten saluut als 'n ‘Member of the Royal House’ in- of uitreed. .... Die schoone dagen van Aranjuez waren helaas voorbij! .... Achter 't bestofte en bezweete bataljon, waarin absoluut-niets chics en élegants te bekennen viel, ratelde de trein binnen,.... ruwe trekpaarden voor de ijzeren caissons en keukenwagens, bestuurd door huzaren en infanteristen, neergeploft op de bokken als zoutzakken, met openhangensde tunieken en de kwartiermutsen op één oor. Ze keken naar haar en knikten met 'n brecden glimlach, als konden ze maatjes met haar worden. Brr! Toen 't laatste voertuig gepasseerd was, liep ze naar buiten en hield haar gebatikt zakdoekje voor haar neus. Verbeel-je, dat 'ns 'n ietsje dier stinkerij van zweet en wasem door haar ras-fijn reuk-organisme zou moeten gesavoureerd worden! .... Door 'n inkijk op 't marktplein zag ze nu de lange file tot 'n groote massa op elkaar gepakt, regelmatig, rij aan rij, als had haar vader 'n liniaal langs de uitgerekte lijven en de opgeheven hoofden gelegd.... En over die neutraal-kleurige grijs-grauwe mannen-massa lag die singuliere, imponeerende stilte van 'n duizendtal individuen, die men ziet en die zwijgen, - 'n stilte, die anders aandoet dan wanneer men tijdens 'n concert omkijkt en honderden hoofden ziet luisteren. Terzijde van den dorps-linde-boom stond haar vader te commandeeren, en alles wat hij liet doen, verliep, alsof al die armen, beenen en geweren aan touwtjes zaten, die | |
[pagina 186]
| |
uitkwamen bij zijn hand en voor wier uniforme uitvoering hij maar één wilsakt noodig had.... Ze zag de geweren afzetten en presenteeren, en hoorde dan één klappende handgreep: ze zag rechtsomkeert-maken en hoorde één tikkend geklikklak der met ijzer-beslagen schoenen. Tenslotte riep haar vader ‘ingerukt marsch’ en er ontstond 'n gewirwar van haastige beenen en botsende uitrustingen. Toen bemerkte ze weer haar vader, dien ze 'n oogenblik kwijt was geweest; hij was nu afgestegen en kwam in haar richting. Dat deed haar naar binnen vliegen. Ze moest zich 'n pose geven.... Hijgend van hitte stoof haar vader de kamer binnen en.... zag z'n dochter achter 'n geïmproviseerde theetafel troonen en bemerkte door de aanwezigheid van dat zoolang-gevreesde gevaar niet op.... hoe geforceerd-kalm Queen vroeg: ‘En pipake, wilt-u 'n koppeke thee?’ Schijnbaar opgeruimd antwoorde hij: ‘Maar m'n lieve kleine Queen, wat is dat 'n charmante surprise om na al die feesten en triomfen in 't propere Haagje jouw ongepoetste pipa hier in dat stoffige Sahara-nest 'ns te komen opzoeken?’.... En hij gaf haar 'n zoen, die klonk als 'n dwarstreffer. Maar ‘de lieve kleine’ Queen kon op dat oogenblik heelemaal niet tegen dien amusanten toon. Ze wierp zich, ondanks stof en stank, in de armen van haar vader en begon te.... huilen, - 'n teeken voor hem, dat er wel iets-buitengewoon-belangrijks aan de hand moest zijn, want Queen huilde nooit.... ter sparing van haar teint en haar irissen. - Met stokken en brokken hoorde hij de bedenkelijke ‘missinglink’ in King's stamboom en hij kende Queen veel te goed om niet te beseffen, welke teleurstelling en vernedering dit voor z'n nukkig, ijdel en behaagziek kind moest beteekenen. ....‘En, zei hij met veelbeteekenden nadruk, Oud-Gastel | |
[pagina 187]
| |
is vrij van intriges en nesterijen. Wij zullen 't zoo houden, niet waar Queentje-lief?’ Ze knikte ja en vond, dat haar ‘coup d'état’ nogal meeviel. Voor zich-zelf reserveerde ze hóé ze zelf in 'n uithoek als Oud-Gastel 'n côterie zou weten te scheppen, wat ze wel 'n leuke puzzle vond, gezien de weinige gegevens, de weinige décors en de weinige figuranten. Voldaan over haar eerste optreden slurpte ze aan haar boerenkop, - fatsoenlijk-theedrinken uit zoo'n bakje van 't steenen tijdperk was ‘vraiment un crime’,.... en om eenig mondain cachet eraan te geven, hield ze haar pink hooger in de lucht dan gewoonlijk. Nadat de Majoor zich verfrischt en gekleed had, keek ze voldaan naar de persoons-verwisseling van officier-tevelde naar officier-salonfähig.... Hij kuste haar galant en vaderlijk op 't voorhoofd, presenteerde haar 'n dames-sigarette met blauwzijden mondstuk en dronk met haar 'n glaasje marasquin, gedurende de laatste generatie de lievelings-drank van hun familie....
* * *
Klokslag halfzes verscheen de luitenant-adjudant Biezen, die haar werd voorgesteld zonder ‘van’ en zonder titel, iets wat haar eenigszins onaangenaam stemde. Ze stak hem haar hand toe ten kus, maar hij negeerde die geste of wist wellicht niet, dat hij haar vingers.... eerbiedig-buigend met 'n kus moest beroeren. Hij nam ze kort en krachtig, in z'n greep, zooals men wel 'ns op 'n jongensplaat 'n patrouille-leider 'n padvinder de hand ziet drukken, die 'n goede daad heeft verricht. Reeds door deze hoogst-onwellevende begroeting, lag hij er bij haar mijlen-ver ‘uit’: ze nam zich bovendien voor om niemand meer van haars vaders bataljon toe te laten haar 'n handkus te geven. Ze zou ze wel manieren leeren!.... | |
[pagina 188]
| |
‘Quelle tête carrée’ had die man! Hij was minstens één meter-negentig en bezat gemillimeterde rossige haren, ‘vraiment extraordinairement-vulgaire’.... Toen hij in kaarsrechte dienst-houding naast haar vader stond, en hem met hoekige, kubistische bulgingen stukken presenteerde, handteekeningen afvloeide, verklaringen gaf en adviezen op z'n bloknoot stenografeerde, gevoelde ze bij intuitie z'n invloed op haar vader. Met tegenzin bekeek ze z'n archi-ordinaire handen, dik en plomp als die van 'n chimpansé, lichtblondbehaard, met diepe poriën en voorzien van onverzorgde, vierkant-gesneden nagels.... Dat was werkelijk 't type van den provincialen, militairen bureaucraat, waarvan ze in den Haag wel 'ns spottend en sarcastisch had hooren gewagen.... van zoo'n gereglementeerden-model man, uniform en correct tot in z'n stoppels en sporen, prat op z'n kennis van legerorders en voorschriften, zonder 'n zweem van ‘souplesse’, hautain tegenover z'n minderen zonder zich ‘heer’ te toonen en niet in 't minst bevattelijk voor de moderne wellevendheid.... Ze veronderstelde, dat haar vader de man was van de groote lijn en den breeden blik, en dat z'n adjudant alles bij elkaar ploos, opknapte en opruimde, des duivels-toejager speelde, 'n onverwoestbare arbeidslust in brein en botten moest hebben, maar .... 'n dikhuidig bourgeois was en bleef. Toen hij de kamer verliet, klapte hij eerst z'n laarzen stram tegen elkaar, salueerde stijf voor haar vader, boog even voor haar zeggende ‘goeie avond freule’, maakte rechtsomkeert en verdween. Even later zag ze hem op straat voorbijstappen en had onmiddellijk haar oordeel gereed: ‘Père, zei ze, quelle ètre!’.... Maar haar vader scheen 'n recalcitrante bui gekregen te hebben. Hij legde haar uit, dat Biezen de eenige-actieve en tevens de oudste eerste-luitenant van z'n bataljon was en | |
[pagina 189]
| |
iemand, die uitblonk door bekwaamheid, beheersching en toewijding. Hij gaf haar toe, dat hij vrij onsympatiek ‘scheen’ en dat hij vaak zoo wel 'ns was. Aanspraak op salon-luitenant maakte hij niet en dat was in Brabant ook niet noodig. Als ze hem wat nader leerde kennen, zou ze hem wel weten te waardeeren.... ‘Allah, spare mij, riep Queen uit, dien man nader te leeren kennen. Hij komt zeker wel uit 'n barbaarsch land?’ ‘Och barbaren-land is eenigszins-onjuist, hervatte haar weerspannige vader, die op z'n praatstoel begon te komen en maar steeds marasquintjes leegzoog. - Biezen komt van 'n heel-aparte eenzame landstreek: van den Biesbosch, vandaar zijn naam. Daar hebben z'n voorouders, op wie hij even trots is als wij op de onzen, reeds eeuwen geleden geleefd. Hij is de laatste van die Biesbossche familie. Z'n familietrots en die uitgestorven familie vormen wel 'n merkwaardige parallel met onze familie. Wij zijn nog met .... ons tweetjes, Queen, maar hij is werkelijk “seul au monde”.... 'k Geloof, dat zelfs tot in den negenden graad niemand meer aan hem verwant is. Dat deed me buiten z'n onberispelijke werken levenswijze sympathie voor hem koesteren’. ‘Pipake, viel Queen geënerveerd in, geef me nog zoo'n sigaret. 'k Vind u heel-erg-vervelend. U vergelijkt ons met 'n persoon, die zonder de minste traditie of historie in ongeveer dezelfde familie-omstandigheden als wij geraakt is. Z'n ouders zijn hoogstens heeren-boeren geweest, die hun zoon eerst naar de H.B.S. en daarna naar de K.M.A. lieten gaan.Ga naar voetnoot(1) Nu bevindt zich zoo'n man op 'n hoogere maatschappelijke sport dan zijn ouders of z'n buurlui, maar dat moet u niet zoo-erg hóóg aanslaan’.... ‘Zie-je kindje, hernam haar vader, alleen al om wat meer contact met andere standen te krijgen, is 't goed, | |
[pagina 190]
| |
dat je eenigen tijd hier blijft. Je hebt té veel in 'n kraaiennest geleefd en je bemoeide je té weinig met den beganen grond... Toevallig heeft die Biezen, alhoewel hij van zeer eenvoudige kom-af is, wel, wat jij pleegt te noemen, 'n historische familie.... Op 't platteland zijn altijd 'n serie gegoede buitenlui geweest, zooals smeden, wevers, touwslagers, pachters en dergelijken. wier ambachten en bedrijven als 'n soort dorps-monopolie in hun familie bleven. De Biezen's behooren tot die soort, maar zijn uit geschiedkundig oogpunt nog veel interessanter. Volgens z'n familie-legende, vluchtte één der Biezen's in 1421 bij Sint Elisabeth's vloed van den polder de Turfzak, die midden in den Biesbosch lag en nu nog gelegen is, naar.... Oud-Gastel!’ ‘Hierheen? Dat is wel heel toevallig’, zei Queen, die iets oplettender geworden was. ‘Wel neen, kindje, ging haar vader voort, zoo'n toeval vind ik dat niet. Als je 'ns zoo oud bent als ik, zul-je hebben ingezien, hoe klein óns land en zelfs óns Europa wel is en hoe vaak er zich parellellen en coïncidenties kunnen voordoen, die wij alleen in romans mogelijk achten..., Maar laat 'k verder gaan met 1421. In November van dat jaar werd bijna de geheele Biesbosch door 't water weggevaagd, dat opdrong tot aan Zevenbergen en tot hier toe. De Oudgastelsche kerk werd toen 'n tijd-lang zeebaken! Eeuwen heeft 't geduurd, voordat 't land weer geheel en al aan 't water ontwoekerd was. Er waren twee omstandigheden, die de terugwinning bevorderden. Eerstens 't feit dat de Biesbosch aan de monden van groote rivieren lag, wat vaak delta-vorming en aanslibbing bevordert. En tweedens de uitvinding van de watermolens in 1529. Vooral de graaf van Egmond, die van Phillips de Tweede de Hoeksche Waard in eigendom kreeg, schijnt zelfs nog eenige maanden voor z'n onthoofding op den markt te Brussel 'n krachtig initiatief ontwikkeld te hebben tot droogmaking van vele | |
[pagina 191]
| |
verzonken polders.Ga naar voetnoot(1) Daarna wisten de Biezen's die toen al gedurende 5 of 6 generaties hier in Oud-Gastel woonden, van het stadsbestuur van Dord 'n stuk van den Turfzak in eigendom terug te krijgen. Ze verplaatsten toen hun hebben en houwen naar 't hartje van den Biesbosch. Een tak legde zich toe op vrachtvervoer in de binnenvaart, 'n andere tak werd visscher op den Amer, de Merwede en 't Hollandsch Diep, terwijl de derde tak 't landbouwvak koos, koeien en paarden fokte en paardenboonen verbouwde, 'n teelt die nog in den Biesbosch bestaat.... Vin-je er niet iets-interessants in?.... ‘Ja, stemde Queen toe, er zit wel iets-aardigs in uw verhaaltje! Krijgen we nog meer historie?’ ‘Inderdaad, zei haar vader steeds meer tevreden, er komt zelfs “nieuwe” geschiedenis bij te pas. Toen Napoleon z'n veldtocht tegen Rusland organiseerde, liet hij daartoe 'n Hollandsch korps pontonniers oprichten, onder commando van kapitein Benthien. Als schippers en visschers kwamen de Biezen's daartoe op de eerste plaats van de Dordsche streek in aanmerking en vier jongens van hen werden door Fransche werfagenten geronseld. Bij 't slaan en 't herbouwen der beruchte brug over de Berizina bevroren ze en één der officieren, die bij hen was en toen ook stierf, is de broer van jouw overgrootvader geweestGa naar voetnoot(2).... Begrijp-je nu nog meer mijn verklaarbare sympathie voor dien onbehouwen kerel van 'n Biezen. Evenals bij ons, was die tocht van 1812 de nekslag voor 't voortbestaan der familie. Ze begon uit te sterven. De fortuinen van alle Biezen's kwamen terug in één pot, waar de spaarpenningen van vijf eeuwen hard-zwoegen en wroeten zitten. 't Zijn zoowat 70 mille. | |
[pagina 192]
| |
Vin-je 't niet onevenwichtig, Queen, dat wij met niets of niet-veel te doen, als laatsten van ons geslacht 700 mille, dus tienmaal zooveel, wisten te realiseeren?’.... De klok koekoekte zesmaal, de majoor wachtte even en ging toen vorder: ‘En nu tot slot. Biezen verloor zijn ouders vrij-vlug achter-elkaar, toen hij negen jaar oud was. Hij werd opgevoed door 'n oud-oom, die hij eenige jaren geleden ook zag sterven. Toen waren reeds al z'n verwanten heengegaan, 'n paar oud-tantes en halve nichten. Dat alles heeft Biezen hard gemaakt, onafhankelijk en vooral 'n ijzeren wil ingegoten’. ‘Dat is nu wel allemaal heel-historisch en 'n almachtig-aardig onderwerp voor 'n film of iets dergelijks, maar Biezen blijft 'n zoon van 't land der biezen, 'n onbehouwen bonk.... 'k Behoef hem toch zeker niet te frequenteeren?’ vroeg Queen 'n beetje angstig. ‘Natuurlijk niet kindje, 'k heb 't zelf liever niet’. Tracht hem nooit over z'n familie aan den praat te krijgen. Hij zou 't vervelend vinden, dat ik je dat alles verteld heb.... Nu gaan we dineeren. Morgen doen we dat hier, maar vandaag is daar niet op gerekend. Je moet mee naar onze tafel en kennis maken met ongeveer twintig officieren. Je begrijpt van alle snit en kleur. We zijn vandaag ‘au grand complet’, want 't loopt tegen 't einde van den maand en dan liggen de meeste heeren hier krom.... We loopen even door 't dorp en dan vertel ik je nog een en ander omtrent de heeren, die ik je dadelijk zal voorstellen’.
* * *
Baron Balthazar bracht z'n dochter naat 'n net huisje vermoedelijk met smokkelgeld gebouwd, zooals de meeste nieuwe huizen in Brabantsche dorpen tot zelfs ver van de grenzen, en bewoond door 'n weduwe met 'n groote witte | |
[pagina 193]
| |
muts, waaronder 'n gezellig-gerimpeld gezicht keek, veel gelijkend op 'n ‘court pendu’, die had overwinterd. De beneden-vertrekken waren geheel ingenomen door de keukens en den eetzaal der officieren. Drie koks, die voorheen in hôtels of op schepen ‘gekokereld’ hadden, knoeiden er ‘hors d'oeuvres’ in elkaar, pikante sausen, de Indische rijsttafel en allerlei soorten jachtschotels. De wijze, waarop dat alles tot stand en vooral in 'n aanlokkelijken vorm kwam, kon al evenmin 't daglicht zien als in internationale hôtels. De messe bestond uit 'n ruime suite, waarin altijd dichte wolken van sigaren- en sigaretten-rook dreven en wier voornaamste ornamenten bestonden uit 'n groote muurkast met flesschen likeur in alle tinten van den regenboog en in alle alcohol-sterkten, en beheerd door den jongsten bataljons-luitenant, 'n sukkelaar-bij-voorbaat in verband met de vele ‘ontvreemdingen’..... en verder uit 'n muurcollectie Engelsche en Amerikaansche beauty's die op de leestafels van Roosendaal en Breda uit de ‘Graphic’ en de ‘Illustrated London News’ gescheurd waren. Queen liet zich alle heeren voorstellen. Van haar vader wist ze reeds 't ‘relief’ der meesten. Er waren eenige studenten, onderwijzers en handelslui bij, verder 'n luitenantdokter, die vanwege 't Indische gouvernement 'n expeditie op Borneo had meegemaakt en 'n luitenant-kwartiermeester, voorheen procuratiehouder op een der filialen van de Geldersche Credietvereeniging. De twee laatste heeren konden zich heel lastig aan 't militaire gedoe aanpassen en daarom noemde de majoor ze.... ‘mijn burgers’! Slechts twee kapiteins telde 't bataljonGa naar voetnoot(1). De oudste, de eventueele opvolger van den majoor, klaagde ondanks toelagen en bijslagen, steeds over 't lage salaris, omdat z'n | |
[pagina 194]
| |
vrouw in den Bosch mede den toon en de mode wilde aangeven en die stad vanwege haar intieme partijen als zeer duur bekend staat. De andere kapitein, die naast Queen aan tafel zat, miste alle militaire, civiele en andere bekwaamheden. Velen twijfelden zelfs of hij ze wel ‘allen gericht had’ en wezen dan met 'n vinger naar 't voorhoofd. Die kapitein verdedigde op een serieuzen ‘zwamtoon’ de economische fantastische theorie om de Galdersche heideGa naar voetnoot(1) met Nijlslib door 't bataljon vruchtbaar te laten maken in plaats van maar steeds te marcheeren en te manoeuvreeren. Hij haatte, gouden kragenGa naar voetnoot(2) en liet op 't terrein steeds z'n compagnie met den looppas in 'n bosch verdwijnen als die bliksemschichten in z'n nabijheid kwamen. Hij wilde na den oorlog 'n periodiek tegen 't leger uitgeven en verweet de vaandrigs, die bij zijn compagnie gedetacheerd werden, dat ze.... reserve-officier wilden worden. Alle gesprekken voerde hij lijzig en lamenteerend, doorspekt met de woorden ‘zjie-je’ als men toehapte en ‘dat-isj-laf’ als hij bot ving. Dit militaire wanproduct verheugde zich in 't bezit van.... drie pruiken op verschillende maat, bestemd voor 't begin, 't midden en den laatsten van elken maand. - Daardoor verwierf hij zich eenige sympathie bij Queen, die 'n vijandin van kaalkoppen en antikiteiten was.... Tegen 't einde van elken maand, en bij elke zich voordoende gelegenheid, bijvoorbeeld als hij 'n haar in z'n bord kerry-soep vond, zei hij steeds zeer gewichtig: ‘'k moet toch weer 'ns m'n haar laten knippen’, en verscheen dan den volgenden dag met z'n kortste pruik. Langen tijd verbeeldde die stakkert zich, dat niemand die pruiken-patrouille kende, totdat hij na een beëedigings-diner | |
[pagina 195]
| |
gejonast werdGa naar voetnoot(1) en met z'n ‘en bon point’ eenigszins- onzacht met de zoldering in aanraking kwam. Z'n pruik viel toen, gescheiden van z'n kalen kop, op dit tranendal terug en werd onmiddellijk verloot.... voor 'n liefdadig doel! Hij was de marionet voor de officieren en de ‘risée’ van den troep. Elke nieuwe of plaatsvervangende B.C.Ga naar voetnoot(2) vroeg aan Biezen: ‘Wat moet 'k toch in tijd van oorlog met dien man beginnen?’ En Biezen had altijd 't onverbiddelijke advies gegeven: ‘Geef hem 'n officiers-patrouille in de richting van den vijand: ze schieten hem dan neer of hij laat zich gevangen nemen. Maar wij zijn hem in ieder geval .... kwijt!’Ga naar voetnoot(3) 't Korps bezat dus niet al te veel.... ‘reliëf’!
* * *
Gedurende den eersten maaltijd reeds joeg Queen 't hoofd van bijna alle jongelui op hol; ze konden in 't begin niet al te best overweg met haar titel, de een zei ‘juffrouw’, de ander ‘freule’, 'n derde ‘barones’. Ze vond hen voor 't grootste deel ‘beschaafde mannen’, maar geen ‘gentlemen’, alhoewel ze moest toegeven, dat ze zeer beleefd waren en zeer ‘bewonderend’ deden. Ze ontdekte zelfs 'n soort ritueel bij de wijze van.... wijndrinken. 't Duurde geen maand of Queen regeerde in dat officieren-korps als 'n jonge vorstin von Geroldstein in haar miniatuur-staatje. De reserve-officieren-onderwijzers maakten gedichten op haar en vergeleken haar teint met de kleur van.... hek-roosjes! In 'n expressionistisch gedicht heette 't, dat | |
[pagina 196]
| |
‘'n Grieksche cameo levend geworden was’, onmiddellijk gevolgd door de passage, dat ‘haar verschijnings-effect in 't dorre dorpje geblonken had als 'n klaar watervlak in 'n onherbergzame zandwoestijn’. De reserve-officieren-studenten brachten haar bij 't avond-schemeren in den achtertuin serenades met mandolines en occarina's. Die verliefde handsworsten moesten daartoe over eenige tuinheggen en door drie kippen-rennen hindernisbaan beoefenen. Wegens verregaande ‘opdringerij’ plaatste haar vader één hunner over. bij welke gelegenheid de balcon-scéne tusschen Roxane, Christian en Cyrano de Bergerac geïmiteerd werd. Juist had Queen-Roxane over 't balcon harer zitkamer gehangen en gefluisterd: ‘Eh, bien! montez cueillir cette fleur sans pareille’,.... en klom één der brutaalsten tegen 't wintergroen omhoog, toen de majoor opdook en zei: ‘De heeren komen morgen om 9 uur voormiddag bij mij op rapport’. Toen vertrokken de.... heeren als bedeesde jonge recruutjes, juist met uitbranders-volgeketterd door.... den korporaal van de week! De handelslui, die de vulpen met den sabel verwisseld hadden en de schrijfmachine met den mitrailleur, volgden huns inziens 'n meer practische methode om hun doel te bereiken. Ze bezorgden Queen artikelen, die schaars begonnen te worden, zooals Russische eau de cologne, Lyonsche zijde en Ceylonsche thee, maar.... 't baatte hun geen zier! Dat alles liet ze zich welgevallen alsof die zotternijen zoo hoorden en 't nu eenmaal niet anders kon. Ze gevoelde zich ertoe.... geschapen! Tegenover haar vader verdedigde ze zich met 'n variant op ‘car tel est notre bon plaisir’ door het nog-meer geraffineerde ‘c'est donc permis à nous autres nobles’, en ze zei hem herhaaldelijk, dat ze dien Biezen 'n spelbreker vond. Hij bleef koud voor haar flirtations en haar coquetterie. .... Als smorgens de hoorn z'n schelle en veel-vervloekte | |
[pagina 197]
| |
reveille-klanken in de trommelvliezen der vele landverdedigers toeterde, die in legersteden van elke pluimage ter wolle lagen, evengoed onder kalmeerende ‘hemels’ als boven knorrende varkens-hokken, rekte de Majoor zich nog 'ns lang en lui uit en vroeg zich af, door welke nuk of gril Queen dien dag z'n kantonnement zou op stelten zetten en hem-zelf half-compromitteeren. Haar aanwezigheid werd hem langzaam-aan 'n obsessie. Hij kende geen ander afdoend middel om haar weg te krijgen dan haar uit te huwelijken.... Maar dat was 'n grooter vraagstuk dan de Duitsche oorlogsverklaring in Augustus-'Veertien! En toch moest ze zoomogelijk voor den winter met z'n lange avónden weg van z'n bataljon. Sedert haar komst was de ongedwongen natuurlijkheid en de kameraadschappelijke eendracht zijner officieren verdwenen. Ze stookten en intrigeerden al even erg als op Wight of in den Haag gedaan werd. Oefeningen begonnen ze vervelend te vinden. Ze begonnen zich te.... parfumeeren en schaften zich uniformen aan, die te kostbaar waren en uitliepen op klachten van kleermakers aan den Minister van Oorlog. Ze kenden maar één doel meer: Queen! Dat kind betooverde alle jongelui, die niet snapten, dat zij hen slechts als kermispoppetjes van 'n caroussel-orgel gebruikte, die ja en neen knikten, hun armen de maat lieten slaan, met hun beenen dansten en sprongen, naar gelang Queen dat wilde. Ze wilden niet begrijpen, dat Queen hen als amusements-pretje gebruikte en met hen 't kat- en muis-spel beoefende. Z'n bataljon begon te gelijken op één van die hooge flinke canadas-boomen, die hij op den Roosendaalschen Vliet had bewonderd en waar de herfst-wind de blaren bij bossen uitjoeg. Alleen één prachtige.... parasiet bleef achter: 'n bloeiende bol van marentwijgen!
* * * | |
[pagina 198]
| |
Op 'n zondag-namiddag van October reden ze uit en nam hij zich voor om Queen over te halen 'ns met hem naar Sint Oedenrode te gaan. Daar zou ze kennis kunnen maken met verschillende jongere officieren van de roode huzaren, waarbij baron Balthazar nog eenige academie-vrienden had. Wellicht zou ze daar haar Klorus wel vinden, tevens eigenaar van 'n goeden oudhollandschen naam.... Queen vroeg haar vader dien middag of zij de route van de rit mocht bepalen. Hij stemde onverschillig toe, geen.... streek vermoedend. Ze draafden eerst den Roosendaalschen weg af tot aan de Drossaarts-brug, waar 'n luitenant te schilderen stond en 'n boeket anjers achter z'n rug wilde verbergen. Toen reden ze naar de halte-Zegge, waar wederom 'n luitenant, deze met 'n ruiker late rozen, ongeduldig heen en weer stapte, en toen ze op hun terugweg de molen van Oud-Gastel naderden, bemerkte de Majoor tot z'n ergernis 'n luitenant met eenige takken seringen. Ze legde haar vader uit, dat die drie ‘ritmeesters’ 't haar in den laatsten tijd te warm hadden gemaakt en derhalve eens 'n duchtigen douche verdienden. Bij wijze van compromis stemde ze toe om relatie in de cavalerie-kringen aan te knoopen. Trouwens haar terrein bij dat bataljon raakte ook wel wat afgezaagd! Varietas delectat! Den volgenden dag zou 't bataljon op oefenings-marsch gaan en daarna beloofde ze haar vader hem te vergezellen naar 't kantonnement der roode huzaren. |
|