Op de eyken.
DE Deugd en Sterkte, werd door den Eykenboom afgebeeld daaromme de Ouden, den geenen die eenige Burgers in den Oorlog verloste of bevrijde, met een krans van Eykenloof bekroonde: Gods woord Zinspeeld meede op de sterkte der Eyke, spreekende van den Amoriter. Hy was sterk als de Eyke. Amos.2.v.9. ende van het Overblijfzel Izraëls gelijk de Eyke, ende gelijk de haag Eyke, in dewelke na de afwerpinge der bladeren nog steunzel is: alz[o] zal het heilige zaad het steunzel daar van zyn. Jes.6.v.13. Zoo staat de Deugd ook pal in alle weederwaardigheeden: daar Stefanus, de Eerste bloedgetuyge van Jezus Christus, een leevendig voorbeeld van is; want door Deugd te betragten, verkrijgd de Ziele kragt en sterkte, om alles te ondergaan. Deugd, is een betragtinge van weldoen, waar door alles gerigt word om (zonder afwykinge) Lynregt het vereiste einde te bereiken: het geene in de werkinge of neiginge der ziele, de liefde tot God is; die alle daaden tot een Rigtsnoer strekt, en het waaragtige verband is van het schepzel met zyn oorzaak: deze Deugd is het zout van alle Menschelyke bedryven, zonder welk alle Daaden, niet alleen laf en onsmaakelyk, maar zelfs verderffelyk en stinkende worden, Derhalven de Deugd, als den tweeden schakel aan de keeten der betragtinge eenes Christelyken wandels aangemerkt word, voegd by uw Geloove Deugd, en by de Deugd Kennisse, &c. overmits G[o]d ons geroepen heeft tot Heerlijkheid en tot Deugd. 2Petri.1. Voorts Broeders, al wat waaragtig is, al wat Eerlijk is, al wat Regtveerdig is, al wat Rein is, al wat wel luyd, zoo daar eenige Deugd is, zoo daar eenigen Lof is, dat zelve bedenkt. Phil.4.v.8.
Beproefde Deugd, ô vasten Eyk!
Uw Kragt is booven het bereyk
Van ons Verstand: spyt Nyd en Nood,
Zo groend gy voor en na de Dood.