Op den nagtegaal.
Onder het Gevogelte is de Nagtegaal wel een van de kleinste van Lichaam, dog swaarste van Stem, en Muzikaalste in gezang: Daarom wy den Lofzang daar by konnen vergelijken: want Gods Lof door het geringste Schepzel op het kragtigst word uytgebreid, uyt den Mond der jonge kinderen, ende der Zoogelingen hebt gy uw Lof toebereid. Math.21.v.16. toen de Toovernaars van Egipten de Wonderen der Plagen nabootsten, tot veragtinge van Gods eere, en Mozes luyzen te voorschijn bragt, wierdenze door dit keine schepzel genoodzaakt (daar de groote het niet hadde konnen te weeg brengen ) uyt te roepen, dit is Gods vinger. Exod.8.v.19. O! dat wy Menschen zoo versteend van Herten zyn! daar God nog daaglijks zoo menigvuldige Wonderen doet, dat wy egter ons des naauwlijks bekreunen, of der moeite waardig agten om daar eenig gebruyk, tot Godes eere en verheerlijkinge, van te maaken; gave God! dat wy met Paulus zeide, en betragtede, laat ons door Christus, altijd Gode op Offeren een Offerhande des Lofs, dat is de vrugt der lippen die zynen Naame belijden. Heb.13.v.15. ende met die lieflyke onder de Lofzangen Izraéls mogten uytgalmen, ô Heere, onze Heere, hoe Heerlijk is uwen Name op de gantsche Aarde! die gy uwe Majesteid gesteld hebt b[o]oven de Heemelen. &c. als ik uwen Heemel aanzie, het werk uwer Vingeren, de Maan, ende de Sterren die gy bereid hebt. Wat is de Mensch, dat gy hem bezoekt? Psalm.8. Looft den Heer[e] myne Ziele, ende al wat in my is zynen heiligen Name Looft den Heere myne Ziele, ende vergeet geene van zijne Weldaaden. Psalm.103.
Weg; met het ydel aards Muzyk!
Wat is dog Davids Harp gelyk?
Die door een Ziels verrukten Galm,
Jehova Loofd in yder Psalm.