Op de duyve.
BY de Poeeten werd de Duyve afgebeeld, om te beteekenen den huwelijken staat, de vreede, ende de neiginge des Gemoeds eenvoudigheid of opregtigheid: waar toe onze Zaligmaaker haar ten voorbeeld by brengd Math.10.v.26. het behaagde God ook de Neederdaalinge des Heiligen Geests op Christus, aan Joannis de Dooper, in de gedaante van een Duyve te vertoonen, ende hy zag den Geest Gods neederdaa[le]n, gelyk een Duyve, ende op hem komen. Math.3.v.16. overmits de Duyven zeer kuysch, onnoozel en opregt zyn, zo stemmen met haar eigenschappen zeer wel over een, de eenvoudigheid des herten, ende Reine Oogen, na den inhoud des Euangeliums des vreedes; gelyk zoo de eerste Gemeinte Christi bestond, Daagelijks eendragtelijk in den Temple volhardende, ende van huys tot huys Brood breekende, aaten zy te zamen met verheuginge, en Eenvoudigheid des Herten. Act:2.v.46. zo zegd ook Christus, wanneer dan uwe Ooge Eenvoudig is, zo is ook uw geheel Lichaam verligt. Luc.11.v.34. zoo bestond Nathanaél, volgens het getuygenisse Jezu. ziet waarlyk een Izraêlyt, in welken geen Bedrog is. Joan.1.v.48. Wel zalig! zyn dan die met Paulus zeggen konnen, onze Roem is deeze, Namelijk het getuygenis onzer Consçientie, dat wy in Eenvoudigheid ende opregtigheid Gods, niet in vleeschlyke wysheid, maar in de Genade Gods, in de Weereld verkeerd hebben. 2Cor.1.v.12. van de zulke zal de Zaligmaaker, als de Bruydegom zyner Kerke, zeggen ziet gy zyt schoone mijne Vriendinne, ziet gy zijt schoone, uwe Oogen zyn Duyven Oogen tusschen uwe Vlegten Cant.4.v.1.
Zal schatten als Na[t]hanaél;
Daar Jezus geen bedrog in vond:
ô, dat ons Hert ook zoo bestond!