Op den pellikaan.
DE Pellikaan, haar borst op pikkende om de Jongen te voeden met haar eigen Bloed; is aan de eene zijde een voorbeeld den Ouderen, om haare Kinderen zorgvuldig te voeden. Zelfs ten koste van haar Sweet en Bloed. Dog het is beklaaglyk, dat, niet alleen, veele Moeders, uyt gemak ofte Luijigheid, haar eige Kinderen zelfs niet zoogen, en zonder noodzakelykheid voedsters neemen; maar dat veele Ouders, met haar zelven in Luyheid, Dronkenschap, en andre vuyle Lusten, te voeden, de Opvoedinge haarer Kinderen verwaarloozen: deze Voogel strekke dezulke tot schaamte. Aan de andre zijde, vertoond dit de Kinderen, wiens Ouders haar pligt wel waarneemen, hoe swaaren moeilyk het Regtschapen Ouders vald, om haar Kinderen op te brengen, en haar noodig Voedzel, Nooddruft en Onderwijs, te doen hebben. Maar helaas! hoe weinig werd dit van de Kinderen in agt genomen: hoe meenige zyn heedendaags door een los en ongebonden Leeven, het verderf van haar Ouders; veele die nog waanen eenig gemoed te hebben, en andre niet zouden willen verkorten, die berooven en besteelen zomwylen haar Ouders, onder voorwendinge het is dog ons eigen: maar die zyn Vader ofte zijnen Moeder beroofd, ende zeid het is geen Overtreedinge; die is der verdervende Mans gezelle. Zegd Zalomon Prov.28.v.24. de zulke verderven haar Ouders en haar zelven. De Kinderen moeten gedenken aan de vermaninge die Paulus de Weduwen geeft, datze Leeren eerst aan haar eigen huys Godzaligheid oeffenen, ende den Voorouderen w[ee]der vergeldinge doen. Want dat is goed en aangenaam voor God. 1Tim.5.v.4.
Zo als het Kind werd opgevoed,
Daar na zo schikt zig zyn Gemoed:
Zuygd Romulus aan een Wolvin,
Hy trekt haar Roof, en Moord-zugt in.