Op den arend.
DE Natuurschryvers getuygen dat de Arend zyn Jongen met zyn vleugelen slaat en haar aanpord om teegens de Zon op te zien, welke dan haar Oogen sluyten, of welkers oogen traanen, die werpt hy als Bastaarden uyt het Nest: wijders, wanneer door Ouderdom zyn Gezigt verduysterd en zyn Kragten verswakken, dat hy dan teegens de Zonne opvliegd, waar door hy in Gezigt en Kragten vernieuwd word. Even zo gaat het met de Geloovigen; die Zinnebeeldig Arenden genaamd worden, alwaar het doode Lichaam is, daar zullen de Arenden vergaaderd worden Math.24.v.28. deeze versterken het Geestelyke Ooge meede, met teegens de Zonne der Geregtigheid op te zien; door wien ook haar Jeugd vernieuwd als eenes Arends Psalm.103.v.5. want Christus is 't die haar kragt geeft, Phil.4.v.13. en haar geeft verligtede Ooge des verstands Ephe.1.v.18. maar als dezelve nalaatig zyn om het Ooge om hoog te heffen, zo neemd God (die gelyk een Arend zyn Nest opwekt, over zyn Jongen sweefd, zyne Vle[u]gelen uytbreid, neemtze en draagdze op zyn Vlerken. Deut.32.v.11.) ook die Vleugelen en pord haar daar meede om het gezigt na den Heiland te stieren; waar door zy ook beproefd worden egte Kinderen te zyn, want indien gy zonder Castydinge zyt, welke alle deelagtig zyn geworden, zoo zyt gy dan Bastaarden en niet Zo[o]nen H[e]b.12.v.8. aldus verligt God het Ooge der Ziele, want God, die gezegd heeft dat het Ligt uyt de Duysternisse zoude schynen, is de gene die in onze Herten gescheenen heeft, om te geeven verligtinge der Kennisse der Heerlykheid G[o]ds in het aangezigte Jezu Christi 2Cor.4.v.6.
Hoe scherp was Mozi Ziels Gezigt,
Op den Onzienlyken gerigt!
Hy agte Christi smaadheid meer,
Dan alle Egiptens Schat en Eer.