Op den armelyn.
MEn schrijft dat de witte Armelijn (die men ook Hermyn of Hermelijn noemd) zo byzonder zorgvul[d]ig is, om zig onbesmet en zuyver te bewaaren, dat hy liever sterven, dan zig bezoetelen zoude: ouds her heeft men het zelven het Maagden waapen gehouden, dog het is inzonderheid een afbeeldzel, of voorbeeld, van een opregt Christen, die gereinigd door het Bloed Christi 1Jaon.1.v.7. Zig zelven rein en [o]nbesmet moet bewaren van de Weereld. Jac.1.v.27. maar nademaal dit geen vrugt van onzen eigen Akker is, zoo laat ons op den oversten Leidsman en vol-einder des Geloofs Jezum, Christum zien, Heb.12.v.2. die hem zelven voor ons heeft overgegeeven, op dat hy ons zoude verlossen van alle ongeregtigheid, ende hem zelven een eigen volk zoude Reinigen, yverig in goede werken Tit.2.v.14. dewelke, na dat hy de Reinigmakinge onzer zonden door hem zelve te weege gebragt heeft, is gezeten aan de Regterhand der Majesteit in de hoogste Heemelen. Heb.1.v.3. waar door wy tot Kinderen Gods geworden zijn; derhalven Joannis zegt geliefde, nu zyn wy kinderen Gods, ende het is nog niet ge[o]penbaard wat wy zyn zullen. Maar wy weeten, dat als hy zal geopenbaard zijn, wy hem zullen gelijk weezen: want wy zullen hem zien, gelijk hy is. Ende een ygelyk die deeze Hoope op hem heeft, die Reinig hem zelven, gelijk hy Rein is. 1Joan.3.v.2. dat een yegelijk van u weete zyn Vat te bezitten in Heiligmaakinge ende Eere. 1Thes.4.v.4. nademaal dat zalig zijn de Reine van Herte, want zy zullen God zien. Math.5.v.8.
De Proef gedijd een Vrouw tot baat;
Die vry is van 't berigte kwaad:
Wel dien! die 'n eerlijk leeven leid,
Als Christi Bruyd, in Reinigheid.