Op den rot.
WAnneer de Rot afgebeeld word knagende aan Papier of Boeken, Zo verbeeld zulks de Agteloosheid van een Koopman, die zyn Comptoir niet na behoren waarneem[t]: daarom het zelve te regt Zinnebeeldig voor de Dezolate boede[l]s Kamer uytgehouwen staat. Het is beklaaglyk dat de Leevenswyze deezer Euwe Pauli voorzegginge bewaarheid, dat in 't laatste der Daagen spotters komen zullen die na haar eigene Begeerlijkheeden zullen wandelen 2Pet.3.v.3. meer Liefhebbers der wellusten dan Liefhebbers Gods 2Tim.3.v.4. welker God is de Buyk ende welker Heerlykheid is in haare schande, dewelke Aardsche Dingen bedenken Phil.3.v.19. die niet als van vermaak weeten, en zig weinig bekreunen of zy haar Naasten verkorten, als zy maar groote Meesters mogen schynen, niet beminnende dan de Begeerlijkheeden des Vleesch, de Begeerlijkheid der Oogen, ende de Grootsheid des Leevens 1Joan.2.v.16. daar nogtans beeter is die zig gering agt en een knegt heeft, dan die hem zelven Eerd en des Broods gebrek heeft Prov.12.v.9. gelukkig! die yder het zyne geeft en met een burgelyken Staat te vreeden is; dog die Rijk willen worden, vallen in Verzoekinge, ende in den strik, ende in veele dwaaze en schadelijke Begeerlijkheeden, welke de Menschen doen verzinken in verderf en ondergang; want de Geldgierigheid is de wortel van alle Kwaad, tot welke sommige Lust hebbende zyn afgedwaald van het Geloove, en hebben haar zelve met veele Smerte doorsteeken. 1Tim.6.v.9. Hoveerdigheid is voor de verbreekinge; ende Hoogheid des Geestes voor den Val. Prov.16.v.18.
Hoe onregt den Rentmeester schreef,
Nog 't meest der hoofdsom overbleef.
Maar! meenig een nu't kunsje kan,
En geeft 'er naauwlyks tiende van.