Op den crocodil.
WAnneer den Crocodil (of Caiman) hongerd zo schreyd hy met een Vrouwelyke stemme (dewelke in nood is) als dan imand op het geluyd dier stemme meend een mensch te hulp te komen, die werd door dit Dier dikmaals verslonden: zo zyn de Hoeren in 't algemeen te ag[t]en, wanneer die zig, in haar lusten, tragten te voeden, tot verderf van het Menschelijk geslagt. Salomon beschrijft haar maniere van verlokkinge kragtig. Prov:7. en besluytende zegt hy van den dwaazen Jongelink. Zy beweegden hem door de veelheyd van haar onderrigt, zy dreef hem door de vleijinge harer Lippen hy ging haar agter na, gelyk een Os ter slagtinge gaat, ende gelyk een dwaas tot de tugtiging der boeyen, tot dat de pyl zijn leever doorsneed: gelyk een Vogel zig haastet na den strik, ende niet weet dat de zelve tegens zijn Leevens is. Het waren de tranen van Delila die Samson overreeden, en hem in zijn verderf deeden storten. O! dat zig yder dog hoede voor de laage deser loose Bedriegeressen, en zig deze kragtige vermaninge des Apostels Pauli steeds te binnen bragte! weet gy niet dat uwe Lichamen Christi leeden zyn? Zal ik dan de leeden Christi nemen, ende makense leeden eener Hoere? dat zy verre; of weet gy niet dat die een Hoere aanhangt een Lichaam met haar is? &c.: vlied de Hoererye alle Zonden die de Mensche doed, is buyten het Lichaam: maar die Hoererey bedryft, die zondigd tegen zijn eigen Lichaam, of weet gy niet, dat u lieder Lichaam een Tempel is des Heiligen Geests, die in u is, die gy van God hebt, ende dat gy uwes zelfs niet zyt? 1.Cor.6.v.15.
Hoe 't schryen van een Hoer vervoerd,
Die als een Caiman Roof beloerd,
Bevond eens Samson tot zijn scha.
Door tranen van zjin Delila.