Op de aarde.
LOg ende swaar is de Aarde in zig zelfs, en buyten bearbeydinge brengtse niet dan Onkruyd, Doornen, en Distelen (uyt eygener aard) voort: Zo is ons Vleesch, en zo zyn wy aardsche Menschen; de eerste Mensch, was uyt de Aarde Aards, en hoedanig de Aardse is, zodanig zyn ook de Aardse 1Cor:15.v.47. dat is, verdorven van Natuure, zondig en sterffelijk, onbequaam tot eenig goed en geneygd tot alle kwaad, hare werkinge is de Wysheid, niet die van boven komt, maar is Aards, natuurlyken Duyvels. Iac.3.v.15. Laat ons dan het Vleesch niet bezorgen tot begeerlykheid. Rom:13.v.14. Maar afleggen aangaande den vorigen wandel, den Ouden Mensch die verdorven word door de begeerlykheid der verleydinge en vernieuwd worden na den Geest des Gemoeds ende den nieuwen Mensche aandoen, die na God geschapen is, in Regtveerdigheid en Heyligheid der waarheid Eph.4.v.22. Om bekwaam te zyn den goeden Loop te Loopen ende den goeden Stryd te Stryden, opdat wy met Lydsaamheid verwagten mogen de aanneeminge tot kinderen, namelyk de verlossinge onzes Lichaams. Rom.8.v.23. want wy weeten dat zo ons aardsche Huys deezes Tabernakels gebrooken word, wy een gebouw van God hebben, een huys niet met handen gemaakt, maar eeuwig in de Heemelen. Want ook in deezen zugten wy, verlangende met onze woonsteede die uyt den Heemel is overkleed te worden. 2Cor.5.v.1.
't Geloof (tot troost) dus onderschraagd
Dien 't Beeld des Aardsen Adam draagd
Dat, als hy scheyd van 't tranendal,
Hy 't Heemels Beeld ook dragen zal.