Op het waater.
HEt Waater is aan te merken als den Keest ofte Kerne der Aarde, door welke, bevogtigd zijnde, met een vloeyende beweeginge alle vrugten aangroeyen: daare[n]boven Reynigd het zelve ook veele smetten; Zoo is ook den geest, dat is, de werkinge Gods in de Ziele, door Jezus Christus, dewelke tot een Leevendigmakende Geest geworden is, 1.Cor.15.v.45. want door hem hebben wy den toegank door eenen Geest tot den Vader. Eph.2.v.18. waar door men opwast met Goddelyken Wasdom Coll.2.v.19. ende het geheele gebouw bekwamelyk zamengevoegd zijnde, op wast tot eenen heyligen Tempel in den Heere. Op welken ook gy meede gebouwd word tot een woonsteede Gods in den Geest. Eph.2.v.21. den Apostel Paulus Reedeneerd heerlijk en kragtig over dit stuk aldus, die in den Vleesche zyn konnen God niet behagen, dog gy lieden zyt niet in den Vleesch, maar in den Geest, zo anders de Geest Gods in u woond. Maar zo imand den Geest Christi niet heeft die komt hem niet toe. Ende indien Christus in u lieden is, zo is wel het Lichaam dood om der zonde wille, maar de Geest is Leeven om der Geregtigheid wille. &c.: So dan, Broeders, wy zyn Schuldenaars niet den Vlees[ch]e [o]m na den Vleesche te leeven, want indien gy na den Vleesche leeft, zo zult gy Sterven: ma[a]r indien gy door den Geest de werkinge des Lichaaams doodet zo zult gy Leeven R[o]m.[8].v.8. Tot Reynigmaa[kin]ge en kragt des Geloofs.
Wanneer den Geest de Ziel bewerkt.
En 't Hert door waar geloof verste[r]kt
Dan zou een Mensch (als Petrus) mee
Met Jezus wand'len op de Zee.