Op de sterren.
ALs de Sterren aan het firmament des Heemels, zoo flikkeren de wetten en geboden Gods aan het gemoed; en schieten hare stralen in ons duyster verstand; dies segt David uw Woord is een Lampe voor mijnen voet, ende een Ligt voor mijnen Pad. Psalm 119.v.105. de openinge uwer Woorden geeft Ligt, de Slegten verstandig makende v. 130. Het gebod is een Lampe ende de Wet i[s] een Ligt, Prov:6.v.23. als dewelke ons onze ongeregtigheeden openbaren; nu is het zeeker al wat openbaar maakt dat is Ligt, daarom zegt hy, ontwaakt gy die slaapt, ende staat op uyt den Dooden, ende Christus zal over u Ligten Ephe.5.v.13. want het eynde der Wet is Christus, tot re[g]tveerdigheid een iegelijk die geloofd. Rom.10.v.4. dees[e] is het die segt ik ben de Wortel ende het geslagte Davids de blinkende Morgensterre. Apoc 22.v.16. hierom zag[e]n ook de wijze zijne Sterre in het Oosten by zijn geboorte in den Vleesche ende quamen tot Jeruzalem vr[a]gende waar is de geboren Koning der Joden? want [w]y hebben zijne Sterre gezien in 't Oosten, en zijn gekomen om hem te aanbidden. Math.2.v.2. het is deezer Ste[r]re straal die schitterd door de Wet en de Propheet[e]n wy hebben het Propheetisch woord, dat zeer vast is ende gy doed wel, dat gy daar agt op hebt, als op een ligt[-]schynende in een duystre plaatze, tot den dag aan ligte e[n]de de Morgensterre opga in uwe Herten. 2.Pet.1.v.19.
ô Morgensterr'! voor wien dat swigt,
Der wetten en Propheeten ligt,
Gaat ons (als eer de wijzen) voor,
En wijst ons 't heylzaam Heemels spoor[.]