Op de Maan.
GElykerwijs de Maan, door afstuytinge by wederomslag, het ligt des nagts op der Aarde zend, na mate dat de Zonne stralen haar konnen berijken: Zo tinteld de Conscientie mede by aanblik, zo verre als het goddelijke Ligt de Zonne der Geregtigheid de ziele bestraald; Overmids het geene van God kennelijk is, in haar openbaar is, want God heeft het haar geopenbaard, &c. op dat zy niet te verontschuldigen zoude zyn. Om dat zy God kennende, hem als God niet hebben verheerlijkt ofte gedankt: maar zijn verydeld geworden in hare Overleggingen, ende haar onverstandig Herte is verduystert geworden. Rom.1.v.19. daarom is het dat hare Conscientie meede getuygd, de gedagten onder malkanderen haar beschuldigende ofte ook ontschuldigende, Rom.2.v.15. hierom, agt geevende op de goddelijke inspraak in het gemoed en onze Herte gereynigd zijnde van de kwade Consçientie, laat ons de Onwankelbare belydenisse der Hoope vast houden. Heb:10.v.22. na de vermaaninge Petri hebt een goede Consçientie, op dat in 't geene zy kwalyk van u spreeken; als v[a]n kwaad-doenders, zy beschaamt mogen worden, die uwen goeden wandel in Christo lasteren. 1.Pet.3.v.16. Laat ons yveren om altijd een onergerlijke Consçientie te hebben by God ende de Menschen. Hand.24.v.16. Want
Een kwaa Consçientie voeld den Neep,
Door t'snerpen van Gods Geesel-sweep:
In tegendeel 't gerust Gemoed,
Als een geduur'ge Maaltijd voed.