een. beetje koket. Een van de beste leerlingen uit de solozangklas van mevrouw Keldermans! Fijn om er weer eens in te komen. Charmant ventje! Och, dat fluwelen jasje en dat snorretje en die wat te lange, golvende haren! Daar zag je doorheen. Ze steken elkaar aan, die kunstenaars. Ze bleef bezig met dat laatste woord, terwijl ze in haar spiegel haar makeup controleerde. Kunstenaar!
Ze zag er beeldig uit toen ze even bij Jaap binnenwipte. ‘Hoe laat is het, schat?’
‘Nou, nou! Mevrouw heeft zich opgedoft!’
‘Tuurlijk! Als mijn stem het niet doet, dan misschien mijn charme. Ik wil slagen.’
Ze kwam bij hem, streelde zijn haar, sloeg haar arm om zijn schouder. ‘Heel voorzichtig, met de tipjes van je lipjes,’ neuriede ze. Jaap werd bijna te onstuimig. Het hielp dus wel, voor hem ook, constateerde ze. ‘Rustig! Als ik terug ben!’
De keukendeur. ‘Daar is Dittie al! Daag!’ ‘Succes!’ wenste Jaap toen ze de deur uitgingen.
Dirkje zei: ‘Ik word vast niet aangenomen. O, nee! Misschien is het wel goed ook.’ Haar stem klonk te ernstig.
‘Waarom! Je wílt toch graag?’
‘Ja, maar moeder is zo bezwaard. 't Brengt vader in moeilijkheden, zei ze.
Liens verbazing werd groter. ‘Wat een strakke snuit! Toe, meid, je moet je wat meer vrijmaken.’
‘Als vader niet meer zou mogen preken!’ Lien hield er haar stap voor in, greep Dirkjes arm: ‘Wat klets je nóu?’
‘Zover komt het, zegt moeder. Ze vinden vader toch al zo zwaar niet meer.’
‘Zwaar?’
‘Ja, dat is het woord daarvoor bij ons.’
Dat Dirkje zo ernstig deed! Dat ze zo'n gezicht trok! De doodgewone auditie van twee nieuwe koorleden kreeg er een vreemd accent door. Lien deed luchtig: ‘Nog geen man overboord als meneer Verhulst ons niet moet! Kom, kijk niet zo....’ Ze zocht even naar een woord en zei: ‘zo zwaar!’ Ze had een nieuw woord geleerd.
Dirkje glimlachte erom, maar erg spontaan was het niet.
Wat een levend, sprekend gezicht! Lien dacht: toneelspeelster! Maar ze wist beter. Dat zou nooit mogen. Ze zou er wel de gave voor hebben. Alles aan haar leefde mee met wat er in haar omging. Geen wonder dat... Weg! Echt voorbij!
Ze porde haar elleboog in Dirkjes zij, toen ze de gang van de Stads Doelen inliepen.