Erato
(1646)–Leonardus Gouwerak– Auteursrechtvrijomhelst van verscheyde minne-deuntjes, sangh-rijmpjes ende nieu-quelige veersjens
[pagina 31]
| |
Stemme: Repica van les canipanum.Duyckt Grieckx Heleen,
Een ander licht nu schijnt,
V schoonder toont, u schoonheyt begardijnt,
Want als Phebus komt, Luna haest verdwijnt,
Dempt stoock van Troyen romplen,
En domplen,
Int gloedigh branden,
Door hyet Griecksche peert
Een offerhande,
Dat de Leeus vaart dan na me-vrou
Tot val wiert vereert.
2.l Rijst Trichts Heleen,
Laet flackeren u baeckx brant,
| |
[pagina 32]
| |
Gy doet glinstren de schilt Kroon van ons Lant,
En ‘t gestrael van Vyrechts dubble drie kant,
Een wonder voor de Werelt // Beperelt,
En komt versieren,
De Vechsche rey-krans,
Hecht Lauwerrieren // Met wimpel swieren,
Voor u hoogste glans.
3. ‘t Schijnt Natura
Haer met haer gonst bestraelt,
Door ‘t onrelbre schoon dat sy heeft bepraelt,
Int Goden kroostich beelt nae de konst gemaelt,
Wat Tersteeg pronckx ten toon-heyt // Is schoonheyt,
Beheynt met deughden,
En konst grage lust,
Tot yders vreughden, En groot geneuchten,
Van ons suyder kust.
|
|