Derde boek.
Volksvermaken op kerkelijke feestdagen.
De volksvermaken op Kerkelijke feestdagen zijn van verschillenden oorsprong. Velen zijn kinderen der heidensche oudheid, en met het volk tot het Christendom overgegaan. Anderen zijn jonger, en in de christelijke middeleeuwen geboren; want het volk hield meer van spel en vermaak dan van drooge sermoenen.
Bij menig oud gebruik of vermaak staat men echter wel eens in twijfel, en vraagt: is dat Germaansch of is het middeleeuwsch? is dit van heidenschen of christelijken oorsprong? En wanneer de oudheidkundigen 't al eens zijn, dat men naar 't heidendom terug moet, om van 't een of ander den oorsprong te vinden, dan loopen ze toch dikwijls zoo wijd uiteen als 't Zuiden ligt van 't Noorden, wanneer de een bij de Romeinen zoekt, wat de ander uit den Germaanschen bodem poogt op te delven.
De lezer heeft echter niet te vreezen, dat ik lust heb hen langs alle dool- en kronkelpaden te volgen. Wij zullen onzen eigen weg gaan, en beginnen onze beschouwing met ‘de hooghste feest van 't jaer’, d.i. met KersmisGa naar voetnoot1), wanneer 't, volgens vader Vondel, tijd was,