Verzen
(1980)–Herman Gorter– Auteursrechtelijk beschermd
[pagina 124]
| |
[De zee buiten grijs, zilverig, regenig, lommerig, in wolke' cirkelgespreide -]aant.De zee buiten grijs, zilverig, regenig, lommerig, in wolke' cirkelgespreide -
hier, o hier weekelijk, stillekes groen, verwijdde naar 't wijde,
mijn hoofd, o mijn hoofd in de makkelijk zwakke lucht -
mijn oogen zoo koel, zoo beregend voor de lucht,
mijn handen wat warm neerhangende -
o zoo in zoele omvangende droevigheid bij de gangende
rotsige golvebedwaalde zee
ik mijn hoofd in mijn handen dee -
maar het schitterig ruischen sproeiig, de donderritsel,
het klokkend gekabbel, het lekkend tongflitsen -
het bloed in mijn hand is droog -
nu schaduwe, zeevolle zeeïge voor mijn oog.
|
|