Sonnetten(1934)–Herman Gorter– Auteursrecht onbekend Vorige Volgende [pagina 40] [p. 40] XL. Haar heele lichaam is schoone Muziek Een schoone Muziek in het groot Heelal, - Het is alsof er weerklinkt een Muziek Vanuit een licht en wonderbaar kristal. Haar voorzijde is één schoone Muziek Zich bewegend door 't oneindig Heelal, En ook haar achterzij is een Muziek, Golvende door het wonderbaar Heelal. Haar lichaam brengt de goudene rhythmiek In de Natuur, het oneindig Heelal, En in zich zelve de schoone harmoniek Der ééne Menschheid, één Geheel in 't Al. En in den Geest der Menschheid de Poëtiek, Het binnenste kristal in dat kristal. Vorige Volgende