Sonnetten(1934)–Herman Gorter– Auteursrecht onbekend Vorige Volgende [pagina 17] [p. 17] XVII. Eeuwig is het Heelal in evenwicht Door blinde werking onbewuster machten, Alles komt en vergaat, verschijnt en zwicht, Doodend en wekkende, zonder gedachten. Maar alles in onmetelijke glorie. Alleen de Mensch, door zijnen Geest, verlicht, En door de Eeniging van al zijn krachten, Het Heelal met zijner Eenheid victorie. Oneindig breidt het Heelal om hem uit Zijn schoonheid en zijn onmetelijk licht, Als één onbewust Schoon is het Heelal. Maar daarin staat, trotsch en hoog opgericht, Als van der Eenheid baken, macht'ge ruit, De Menschheid zooals één bewust kristal. Vorige Volgende