Verzamelde werken. Deel 8. Laatste gedichten

[p. 228]

[Als Gij, Geliefde, op mij neder ziet]

Als Gij, Geliefde, op mij neder ziet
als ik stil open over de aarde ga
en in het land of aan de zee stil sta
en gij uw stralen op mij neder schiet, -

dan ben 'k uw gouden Wezen iets meer na,
dan sla ik uwe hooge Schoonheid ga
en uwe Oogen, - ben 'k mij zelve niet,
en een Verandring diep in mij geschiedt.

Want dan spiegelt zich Uwe klare Schoonheid
diep in mijn ziel zooals in eene bron
en ontstaat er Verlangen naar U, Geliefde.

En dan stijgt op door dat Verlangen Liefde -
en als bloemen Schoonheid die metterwoon leit
diep in mijn ziel, naar U, o gouden Zon.