Verzamelde werken. Deel 8. Laatste gedichten(1952)–Herman Gorter– Auteursrecht onbekend Vorige Volgende [pagina 227] [p. 227] [En ik herken haar! De Geest der Poëzie] En ik herken haar! De Geest der Poëzie, Die altijd was', der Menschheid hoogst Genie, 't Streven der Menschheid naar oneindge Vrijheid En daardoor ook haar oneindige Blijheid. Ik ken haar. Zij is mijn gouden Geliefde Uit de Poëten der wereld, gouden vreugd. Ik ken haar. Zij was in mijn gouden jeugd, Van mijn geboorte af, mijn één'ge Liefde. Maar hoe onmetelijk is zij veranderd! Zij omstraalt nu rondom de geheele aarde, Oneindig gouder, lichter, is haar licht, De gansche Menschheid is nu haar gedicht, Oneindig is de Vrijheid die haar baarde. - En toch, Geliefde, gij zijt niet veranderd. Vorige Volgende