Verzamelde werken. Deel 6. Liedjes en verzen
(1950)–Herman Gorter– Auteursrecht onbekend
[pagina 111]
| |
[pagina 113]
| |
En stil voel ik mij worden tot een Eenheid
Met Haar. - De lang verlangde Algemeenheid
O! de diepe verstraling
Des nachts en des lichts, - de vertaling
Van het Heelal in gevoel! -
Zalig, liggend, omhoog gericht,
Ontvangt Zij van voet tot gezicht,
Mij, die mij stort in mijn doel -
Na eeuw'ge verdwaling -
Van Licht.
| |
[pagina 114]
| |
De Geest der Muziek
Legde zich neder,
Als een kristallen ziel,
Onder het blauwe weder.
Als een lichtkristallen veder,
Als een ziel kristalliek,
Onder het blauwe weder
Van des Heelals harmoniek.
| |
[pagina 115]
| |
Zij lag op haar rug,
Met den blik terug
In zich. In diep geluk.
| |
[pagina 116]
| |
Mijn geliefde,
Als water puur,
Kwam in het vuur
Der liefde.
De klare bron
Werd hemel,
De zachte zon.
| |
[pagina 117]
| |
Zacht als een donzen
Lag daar de naakte vrouw,
En haar gedachte klom
Als een bloem tot in den hemel
Zacht als een donzen
Parel,
Was haar staren
Van geluk.
| |
[pagina 118]
| |
‘Mijne gedachten, o,
Ik vind ze niet, waar zijn ze,
Goud en wit zonder grenzen,
Teeder, vol liefde, bloo.
De liefde kwam in mij
Geliefde,
En ik zwol
Vol.
Wat is dat daar binnen,
Wat is het daar binnen,
Ik weet het niet. Mijn ziel is inne
Lichten vrede.
Ik zie niets dan licht,
Niets dan liefde,
Het licht
't Is mijn geliefde.’
| |
[pagina 119]
| |
‘O licht van Liefde. Eindloos groot
O Geliefde bij mijnen schoot.
O Licht, om mijn hoofd bloot.
O Zaligheid van alles dan U dood.’
| |
[pagina 120]
| |
Droomend,
Het lijf stil,
In haar afgewenden blik
De zachte vaste wil
Van het heilige oogenblik.
Zij lag achterover,
Haar hoofd nog verder achterover
Op haar dichte oogen een schijn
Van oneindig verblijen.
| |
[pagina 121]
| |
De klare Maagd,
Zoo klaar alsof het daagt,
Uit de diepe bron,
Werd goud door 't licht der zon.
De volkomen klare,
De al de jaren
Paarlen, werd hemel wit en goud
Door haar Geliefde.
| |
[pagina 122]
| |
De volkomen klare,
Al de jaren,
Als water, bergen en woud,
Werd wit licht van liefde.
Diep in de bron
Viel nu eindlijk de zon,
En de bron steeg ten hemel
| |
[pagina 123]
| |
In mijn armen
Werd de klare bron
Tot hemel.
Ik zag hoe haar gelaat zwom
In hemel,
En ik zag hoe haar geest zwom
Ten hemel.
| |
[pagina 124]
| |
‘O Liefde hoog en wit goud,
Hoe is de aard benauwd,
Hoe heb ik ooit kunnen leven
Zonder u’, dat dacht met beven
De klare parel. ‘Is dat mijn Geliefde?
Ik weet het niet. Dit is de Liefde.
O Liefde, leven uit dood,
O Geliefde diep in mijn schoot,
O wereld meer dan alles groot,
O Zaligheid dit is de Dood!’
| |
[pagina 125]
| |
De teedre vrouw,
Kind van ziel,
Waar nooit het slechte in viel
Met schaduw troebel, maar alles klaar
Door de grootheid en goedheid van haar ziel,
Kwam door haar Geliefde
In den hemel
Van Liefde,
Steeg nu trillende
Maar klaar willende
In den hemel.
| |
[pagina 126]
| |
De groote Geest der Muziek kwam in de gouden
Verrukkingen.
De groote Geest der Muziek kwam in de gouden
Liefde.
De geest van de gouden Geest der Muziek
kwam in de gouden
Wolken,
De geest van de gouden Geest der Muziek
Kwam in de gouden ideeën
Der Liefde.
Het lichaam van de Gouden Geest der Muziek,
Zoo warm en naakt en teeder
Liggend, trok op in de gouden
Verrukkingen.
Het lichaam van de Gouden Geest der Muziek,
Zoo warm en naakt en bloeiend,
Trok op hoog naar de gouden uren.
Het lichaam van de Gouden Geest der Muziek,
Bloeiende liggend als een damp
Vergeestelijkt trok op in de gouden wolken,
De wolken der Ideeën, der Gedachten
Van Liefde.
Hare zachte teedere en witte Geliefde
Liggende naast haar was zooals een bloem
In haren damp.
De zachte teedere en witte Geliefde
Was in haar.
De zachte teedere en witte Geliefde
Vervulde haar.
| |
[pagina 127]
| |
Maar de groote gouden Muziek kwam in de gouden
Wereld der Liefde.
Maar de groote gouden Muziek kwam in de gouden
Ideeënwereld der Liefde.
Het Lichaam van de gouden Geest der Muziek
Kwam in de gouden
Ideeënwereld der Liefde.
| |
[pagina 128]
| |
Als een Engel in witte bloemen
Kwam de Geest der gouden Muziek
In de Ideeën der Liefde.
Als een zachte Engel door witte bloemen
Kwam het lichaam der gouden Muziek,
Zoo rood en warm en teeder,
In de Ideeën der Liefde.
Als een Engel in bloeiende bloemen,
In witte leliën en leliën der dalen,
Kwam de bloeiende Geest der Muziek
In de Ideeënwereld der Liefde.
Als een bloeiende Engel in witte
Bloemen en leliën der dalen
Kwam de zacht rood bloeiende Geest
Haar Lichaam in Ideeën der Liefde.
Als een bloeiend lichaam eens Engels
In bloeiende bloemen, de witte
Der leliën, kwam de zachte Geest
Der Muziek in de Ideeën der Liefde.
Als een bloeiende lichtroode Engel,
Bloeiende bloemen van leliën,
Kwam het lichaam der gouden Geest
Der Muziek in de Liefde, de Liefde.
| |
[pagina 129]
| |
En, hare witte Geliefde,
Ik zag haar gouden Geest
Van haar wit bloeiende leest
Opstijgen in de Liefde.
En ik, haar teedre Geliefde,
Zag van haar gouden lamp,
De gloeiende witte Liefde,
Om haar hoofd zooals een damp.
En ik, haar warme Geliefde,
Zag haar witte leest
Worden tot Geest
Van Liefde.
| |
[pagina 130]
| |
En 't is als een kristal -
De Dag -
Haar zachte verdwijning,
En haar opnieuw verschijning,
De Geest der Muziek in hem, in het Heelal.
En 't is als een kristal,
De zachte verdwijning,
En haar opnieuw verschijning,
De Geest der Muziek in Hem, in het Heelal.
| |
[pagina 131]
| |
Uit de donkere aarde
Komt op het licht,
En het Heelal zweeft in het licht
Der Liefde.
Gij ligt in 't licht der Eeuwigheid,
In dat licht, dat zich om ons breidt,
Zweef ik.
| |
[pagina 132]
| |
O niet van mij het licht,
Dat zich over u breidt,
Het is, het is het licht
Der Eeuwigheid.
O niet van u het licht,
Dat zich uit u verspreidt,
Het is, het is het licht
Der Liefde der Eeuwigheid
Gij ligt daarin,
Ik zweef daarin.
|
|