Verzamelde werken. Deel 2. De school der poëzie(1948)–Herman Gorter– Auteursrecht onbekend Vorige Volgende [pagina 478*] [p. 478*] IV De zonne zonk en smolt de wolken om in zeeën purper, waar rivieren monden bonter dan purper, van het blauwe ronde in kleurenvlammen om den zonnekom. Laag onder lag de aarde grauw en stom, met bosschen, waar de kleuren stervend stonden, en vogels, die de droeve dood verstomde, en doffe heide vaal en vlak rondom. Toen trad zij voor die vlammen op dat grauw, zwart stond haar lichaam voor het brandend rood, maar om 't gelaat blonk stil het hooge blauw. Ik zag haar oog. Wat was er dat gebood de kleur te sterven met een dooden rouw? het zwart te gloeien uit een valen dood? Vorige Volgende