Verzamelde werken. Deel 2. De school der poëzie(1948)–Herman Gorter– Auteursrecht onbekend Vorige Volgende [pagina 435*] [p. 435*] [In de buitenlucht zit een vrouw met geel] In de buitenlucht zit een vrouw met geel haar en de boezem bloot, zij heeft de wangen als tuin zoo weel- drig en een wijden rustigen schoot. Haar oogen fonkelen als meeren, maar uit de schaduw der wimpers slaat op ze ze ten hemel - en tot elkaar keeren die heem'len, en haar kop drijft een tijd lang onder den hemel. Wat ziet ze?, o ze ziet geslachten schoon en hoog in het draaiend gewemel van het blauw, en zoetste gedachten drukken zich af in het was van haar ziel, haar gezicht; - om haar kin, verbleekend als asch, trekt een wolk van verlangen's licht. Vorige Volgende