Verzamelde werken. Deel 2. De school der poëzie(1948)–Herman Gorter– Auteursrecht onbekend Vorige Volgende [pagina 397*] [p. 397*] [Zoo zeker in doodstillen lentenacht] Zoo zeker in doodstillen lentenacht de menschenoogen met een stil verlangen opzien ten hemel, als hun strijd en bangen is weggestorven in die staat'ge pracht. Zoo zeker als met 't stralen na den nacht, uit 't stralen opschieten, en uit het prangen der aarde, menschenharten gloed ontvangen, en om 't leven te strijden nieuwe kracht. Zoo zeker - en ook zeker door die machten van nacht en zon - zullen deze geslachten, die nu het gloeien van den dag doorstrijden, en de laving der wijde nacht doorlijden, tot een geluksgloed beginnen te naadren zooals niet kenden hun gestorven vaadren. Vorige Volgende